We verlaten Gdansk 2 uur later dan gepland omdat de blokkade pas om 10 uur wordt opgeheven.
Toen we vertrokken was het zonnig, maar onderweg naar Hel werd de lucht inktzwart en kregen we een paar stevige hagel- en onweersbuien op ons dak. Zou het dan toch aan de naam liggen?
In Hel was het weer zonnig. Het is een vriendelijk toeristisch dorpje, waar we wat wandelen over het strand en lezen.
We blijven er tot zaterdagavond liggen om dan richting Klaipéda te vertrekken, ongeveer 24 uur varen.
We blijven 2 dagen in Gdansk. Wat een prachtige stad, ik geloof niet dat we eerder zo’n mooie stad hebben gezien!
Rondom de oude stad liggen 7 poorten, zodra je er onderdoor gaat kom je in fraaie straatjes terecht, met vakkundig gerestaureerde huizen.
Tussen de middag doen we ons op een terras tegoed aan soep in brood. Een heerlijk romige soep met spekjes, champignons, hard gekookt ei en zure room, geserveerd in een knapperige uitgeholde broodbol.
Ook bezichtigen we de Mariakerk, waar we de toren opklimmen. 350 treden – een trap in een normaal huis telt er 13, dus 26 keer de trap oplopen zonder te stoppen! Het uitzicht was prachtig, maar eenmaal boven begon het te onweren en te regenen. We konden dus niet al te lang bovenop blijven staat.
Bij terugkomst in de haven bleek deze vol met diesel te liggen. De brandweer besluit na lang overleg de haven af te sluiten met drijvende dammen, en te spuiten met oplosmiddel.
De route naar Gdansk gaat langs het plaatsje Hel. Onderweg naar Hel komen we in dichte mist terecht, af en toe zien we niet meer dan zo’n 30 meter rondom. We vertrouwen blindelings op de instrumenten, waarop we grote schepen via hun AIS-signaal kunnen zien en onze positie op de kaart. Dit AIS-signaal zorgt er ook voor dat wij gezien worden en dat het kaartje op deze site wordt bijgewerkt. Met deze mist varen we liever naar de eerstvolgende haven, Hel dus.
Plotseling is de mist echter helemaal weg en varen we toch door naar Gdansk. Een paar mijl voor de ingang van de rivier komt de mist weer even helemaal terug, maar zodra we de rivier opvaren is hij verdwenen.
Bij het verlaten van de haven van Leba lopen we in de haveningang vast. Na een tijdje wrikken en draaien schieten we weer los en kunnen we verder.
Onderweg naar Wladyslawowo hebben we de wind van achter. De bulletalie doet goed zijn werk om een klapgijp te voorkomen. Na zes uur lekker zeilen zijn we op de plaats van bestemming.
De volgende ochtend besluiten we om een dagje in Wladyslawowo te blijven en op de fiets naar de Rozewie vuurtorens te gaan. Leuk tochtje, mooie vuurtorens. Deze staan op een klip, een eindje verder kun je via een steil pad naar het strand, waar we een stukje langs de zee wandelen.
Terug in de haven besluiten we bij een vistent te eten, patat met gebakken heilbot en een koolslaatje. Erg lekker.
Gisteren kwamen we aan in Leba. We hadden al gelezen dat de rivier en de haven erg ondiep waren. We riepen zoals aangegeven de havenmeester op, deze stond ons op te wachten op de kademuur en wild te gebaren dat we eerst naar hem toe moesten en halverwege ineens naar de andere kant van de ingang moesten. De dieptemeter deed wederom goed zijn best. De havenmeester hielp ons aanleggen.
De komende dagen blijven we hier liggen vanwege de harde wind die wordt voorspeld. Er staat inderdaad een forse wind, maar goed dat we hier veilig liggen. We vissen onze fietsjes uit de achterkajuit, en gaan eerst op pad naar het dorp. In het centrum is het wederom kermisachtig, maar aan de rand ligt een goed gesorteerde supermarkt, POLOmarkt, waar we de noodzakelijke boodschappen doen.
Na de lunch gaan we op weg naar de wandelende duinen van Leba, een bekende toeristische trekpleister. Het is 8 km fietsen, lekker door het bos, dus veel last van de wind hebben we niet. Bij de duinen gaan we getooid met zonnebril en regenjas lopend het gebied in. Van een afstandje lijkt het wel een skipiste. We worden compleet gezandstraald, en als we onze wilde haren nog niet kwijt waren, zijn ze nu wel verdwenen.
De tocht naar Darlowo gaat voor een groot deel op het zeil, later op de middag komt de motor erbij om nog op een redelijke tijd aan te komen. Bij de ingang van het stadje is een brug, die elk heel uur open gaat, dag en nacht. Dus wel even plannen.
Het havenkantoor is gesloten, maar er hangt een telefoonnummer. De havenmeester is uiterst vriendelijk. Het scheelt misschien dat Peter bij het bellen gelijk zei: hallo, wij komen uit Nederland en zijn net in de haven aangekomen. Hij geeft aan over een uurtje te komen. Wij eten onze couscous, en dan staat hij al op de kade te zwaaien.
We krijgen van hem een sleutel van het gebouw, waar ook de toiletten en douches zijn. Bij de prijs van 14 euro is alles inbegrepen: stroom en douches.
We wandelen ’s avonds door het centrum rondom de brug. Ook hier weer vooral souvenirwinkeltjes en eettentjes (oa. Belgische friet), waarvan de meeste om 20:00 uur aan het sluiten zijn.
Na een heerlijke douche vroeg naar bed, morgen gaat de wekker om 6:00 uur, om 7:00 uur gaan we door de brug. De havenmeester zwaait ons uit.
We vertrekken vroeg, want er wordt voor later op de dag harde wind voorspeld. We motoren weer de hele trip naar Kolobrzeg, waar we al vroeg aankomen. De havenmeesters zijn zeer klantonvriendelijk, tot we moeten aangeven wat onze thuishaven is en ze merken dat dat in Nederland is. Dan ineens wil een van hen wel een praatje maken en geeft hij ons een plattegrond van het stadje.
Het stadje biedt wat meer dan Dziwnów. We doen boodschappen in een erg drukke maar goedkope winkel.
Bij Swinoujscie verlaten we het Bodden gebied en gaan de Oostzee op. Op de dijk langs het kanaal zien we een moeder vos met twee jongen, die nieuwsgierig opkijken naar onze boot.
We varen door tot Dziwnów, waar we een erg stugge “bosman” treffen. Er kan geen lachje af.
Het dorpje stelt niet veel voor, een paar straten met wat eettentjes en toeristenwinkeltjes. Alles is echter gesloten.