Het plan was om naar de stad Svendborg te gaan en daar een paar dagen harde wind uit te zitten. Onderweg bedenken we dat het daarna ook geen lekker weer wordt, veel regen verwacht. We besluiten de plannen om te gooien en door te varen naar Bagenkop, op de zuidpunt van Langeland, en dan de volgende ochtend vroeg, voor de harde wind naar Kiel te varen. Het Kielerkanaal kunnen we ook wel met harde wind af varen, je mag daar toch niet zeilen.
Bij Bagenkop gaan we voor anker en zien de zon prachtig in de zee zakken.
Op het eiland Fejø leggen we aan in de kleine haven van Dybvig. De helft van de haven is afgezet met rood-wit gestreept lint. We krijgen van een behulpzame buurman te horen dat morgen de koningin op bezoek komt, er is opwinding alom. Iedereen versiert zijn boot met vlaggetjes.
Fejø is een echt appel-eiland. In de loop van de middag gaan we op zoek naar de cideri, een eindje lopen vanaf de haven. Onderweg komen we een man tegen die appels plukt, dit blijkt de eigenaar van de cideri te zijn. Hij vertelt ons echter dat ze gesloten zijn, ze zijn alleen tijdens de 7 weken zomervakantie open. Hij biedt aan zijn vrouw te bellen om te vragen of ze ons wil helpen. Dit is geen probleem, ze zijn erg vriendelijk. Alleen is de winkel al ontmanteld en de pinautomaat werkt niet meer. We mogen wel met euro’s betalen als we geen kronen hebben. Met en fles cider en een fles appelazijn, samen 20 euro, gaan we terug naar de boot. Duur flesje!
We besluiten te blijven totdat de koningin weer weg gaat. Ook wij hangen onze vlaggetjes in de mast. Rond 11:30 uur komt de koningin. Het hele dorp is uitgelopen, wel zo’n 50 mensen! Iedereen krijgt een papieren vlaggetje in de hand om te zwaaien. De koningin, een slanke dame van rond de 80, lijkt erg streng. Als de toespraken beginnen gaan wij lunchen, en zodra het gezelschap op de veerpont is gestapt gooien wij ook los en vertrekken we naar Omø, waar we om 20:00 uur aankomen.
Het lijkt wel of de zomer ineens is afgelopen, het is weer een grijze dag.
We zeilen naar Rødvig. Onderweg worden we ineens opgeroepen door Cees en Sam van de Ellya. Ze varen naast ons en vragen of we foto’s van hun boot willen maken, en zij van de onze, en of we die dan willen doorsturen. We zoeken ze op via internet, waar we hun e-mail adres vinden op hun website. Een leuke manier om foto’s van je eigen boot in actie te krijgen!
Bij het aanleggen in Rødvig maak ik een misstap en glij zo van de kade af het water in. Weten we ook gelijk dat het reddingsvest het doet! Peter schrok zich te pletter, want de boot lag nog niet vast en bewoog nog. Ik baal vooral, de gaspatronen voor het reddingsvest zijn peperduur. Gelukkig hebben we er nog wel een paar op voorraad.
Het is tijd om weer verder te trekken langs de Deense kust naar het zuidwesten. We komen uit in het prachtige dorpje Dragør, vlak onder het vliegveld van Kopenhagen. Het is een schilderachtig dorpje met gele huisjes en smalle straatjes met (uitgebloeide) stokrozen langs de tuinmuren. We plukken er verschillende zaaddozen af om thuis ook eens te proberen stokrozen te kweken.
Tussen de middag eten we een visschotel in de visrokerij. Deze bestaat uit een stuk gebakken vis en een visbal, met frietjes en remouladesaus. Deze visbal is echter erg sponzig, geef ons maar een lekkerbek van de visboer uit Lelystad.
We nemen een duik in zee, het is heerlijk koel water maar helaas is het erg lang ondiep op het strandje bij het dorp.
Zaterdag komt de regen met bakken uit de hemel, we blijven lekker liggen in de haven en lezen de hele dag.
Rond de middag komen we aan in Christianshavn, waar we voor 4 dagen een plek hebben geboekt. De haven ligt in het centrum van de stad, we kunnen alles wat we willen zien lopend bereiken.
Direct na aankomst op maandag gaan we naar de Vor Frelser Kirke, die we vanuit de kuip kunnen zien. We beklimmen de bijzondere toren van deze kerk, waarbij de eerste helft binnendoor gaat maar de tweede helft via een spiraaltrap buitenom. Hier hebben we een prachtig uitzicht op de stad.
Dinsdag wandelen we langs de beurs en Christiansborg Slot naar het Raadhuis, waar we de beroemde astronomische klok van Jens Olsen bekijken.
In een zijstraatje van de beroemde winkelstraat Stroget kopen we 4 stukken smörrebröd in een klein winkeltje. Dit zijn stukjes roggebrood belegd met allerlei lekkere salades en stukjes vis of vlees. Alles netjes ingepakt, zodat we het op een bankje kunnen opeten. We laten het ons goed smaken en doen ideetjes op voor thuis.
Na de lunch lopen we via Rosenborg Slot en de koninklijke tuinen naar de botanische tuin, om vervolgens via een Aldi weer terug te wandelen naar de boot.
’s Avonds barbecueën we op de boot.
Woensdag hebben we de wisseling van de wacht bij kasteel Amalienborg op het programma staan. We zijn aan de vroege kant en lopen eerst naar de Marmeren kerk vlakbij het kasteel.
De wisseling van de wacht is wat ons betreft een aanfluiting na het spektakel dat we in Stockholm hebben gezien. Er kwam een groep van een stuk of 8 wachten met berenmutsen het plein op marcheren, waarna niet duidelijk was wat er gebeurde en of het al klaar was. Géén muziek, géén paarden, niks van dien aard.
Na de wisseling van de wacht wandelen we langs het water richting de Kleine Zeemeermin. Als we er bijna zijn komen we langs de aanlegplek voor watervliegtuigen. Er ligt al 1 vliegtuig, even later komt er een tweede bij. Op een bankje eten we het stokbrood met salami dat we onderweg hebben gekocht.
Vervolgens lopen we verder naar de genetisch gemodificeerde zeemeermin, een apart modern beeld.
Donderdag staat de vuilverbranding op het programma. Nou zal je wel denken dat we ze niet allemaal op een rijtje hebben, want wat ga je dáár nou zoeken? Wel, in Kopenhagen hebben ze bedacht om de fabriek te voorzien van een skibaan op het dak en een klimmuur langs de zijkant. Met een wandelpad naar de top voor een fraai uitzicht over de hele stad vanaf een hoogte van zo’n 80 meter.
Het was een hele wandeling ernaar toe, maar zeker de moeite waard.
Omdat we pas de 22e in Kopenhagen terecht kunnen leggen we aan op het fort-eiland Flakfortet. Een eiland een paar mijl voor de stad waarop een verdedigingsfort staat, omgeven door een gracht en een muur. Er liggen een veertigtal boten, zowel aan het eiland als aan de muur. Er zijn ook veel bezoekers met de veerpont gekomen. De havenmeester vertelt ons dat er maar weinig boten blijven overnachten. En inderdaad, ’s avonds liggen er nog maar een stuk of 6.
Op maandagochtend worden we wakker van het gekwetter van zwaluwen. Er zitten er honderden op onze reling, touwen, giek.
We vertrekken naar het noorden met zeer laag hangende bewolking.
We moeten scherp aan de wind varen om na een paar uur bij de Oresundbrug uit te komen. Gelukkig ruimt de wind en kunnen we steeds makkelijker de juiste opening van de brug halen. De Oresundbrug is de brug die Kopenhagen en Malmö verbindt. Dit is de beroemde brug uit de TV serie The Bridge.
’s Middags komen we langs slot Kronenburg en direct daarachter de haven van Helsingor. Deze is zeer onoverzichtelijk en bovendien erg druk. Er zijn slechts weinig vrije boxen, de meeste voor boten die smaller zijn dan die van ons. Uiteindelijk, helemaal aan het einde van de haven, vinden we een box van 6,5m breed. Daar passen we met onze 3,5m zeker in.
Vrijdag bezoeken we Kronborg, het kasteel dat Shakespeare heeft gebruikt als plaats van handeling voor zijn toneelstuk Hamlet. Het is een mooi kasteel met verschillende routes, die allen weer uitkomen in de balzaal, ooit de grootste zaal van Noord-Europa. Als laatste gaan we naar de kazematten, erg vochtig, donker en spannend.
Als we weer buiten komen hoost het. Gelukkig hebben we de regencapes uit Stockholm in de rugzak zitten, zodat we nog enigszins droog bij de boot komen.
Later doen we nog een klein rondje stad. Een aardig stadje zo te zien, maar erg nat.
Om de noordpunt van Bornholm varen we naar Hammerhavnen aan de westkant van het eiland. Een mooie omgeving, zonder dorp, met weinig voorzieningen. Het is warm, we zijn zijn nog moe van de wandeling van gisteren en blijven lekker op de boot. ’s Avonds gaat weer iedereen uitgebreidt naar de zonsondergang kijken, hier zakt de zon in het water.
De 14e varen we naar Ystad, weer even terug naar Zweden. De haven is nog rustig als we aankomen, in de loop van de middag loopt hij echter vol met Duitsers. We zwemmen op het strandje naast de haven. Het strand stinkt naar rottend zeewier, maar het water is lekker koel. We douchen naderhand achterop de boot.
De 15e Ystad bekeken. Het is een leuk stadje met vooral leuke, oude zijstraatjes langs de hoofdstraat. Maar verder is het niet zo bijzonder, en gelukkig geen misdaden gezien.
Een lekker rustig dagje, dat we weer afsluiten met een duik in het water.
We verlaten Svaneke en varen noordwaarts naar Gudhjem. Het is een heel klein haventje zonder hekboeien. We leggen bij de eerste de beste plek aan de kade die we zien aan, waarschijnlijk beetje hobbelig vanwege de tegenoverliggende aanlegplek van een veerpond naar Christianso. Maar dan zien we een basin verder dat de boten via een mooringlijn vastliggen. En er is nog een vrije mooringlijn beschikbaar! Dus ondanks dat we na veel moeite een plekje aan de kade hebben, gaan we toch verkassen naar de mooringlijn. Hebben we dat ook eens gedaan.
Gudhjem is weer zo’n leuk dorpje met kleine huisjes. Om 12 uur liggen we eindelijk goed, lunchtijd dus. Eerst willen we een rondje dorp doen voor we onze boterhammen gaan opeten. In het dorp komen we langs een visrokerij, waar hele busladingen toeristen naar binnen gaan. Je blijkt er een visbuffet te kunnen nuttigen, zoveel en zo vaak opscheppen als je wilt. Dat laten we niet aan ons voorbij gaan. We hebben er een heerlijke lunch.
Na de lunch lopen we naar de ronde kerk van Osterlars. Dit is 1 van de 4 ronde kerken van het eiland waar Bornholm zo beroemd om is. Deze lijkt tevens de grootste en mooiste te zijn. Een fraaie vestingkerk, muren van 2 meter dik en vanaf de bovenverdieping is er een prachtig uitzicht over de omgeving.
Op de heenweg stuurde GoogleMaps ons langs de weg, een behoorlijk saaie tocht van ongeveer één uur. Terug maken we een mooie wandeling door het bos, over steile paadjes langs een klein beekje.
’s Avonds zitten de rotsen rondom de haven vol met mensen die naar de zonsondergang komen kijken.