Grote stappen, snel thuis?

In Le Tréport gaan we zondagavond lekker uit eten en bedenken we hoe we nu verder willen. Eigenlijk zijn we een beetje vakantie moe. We besluiten geen nieuwe havens meer te zoeken, maar in grote stappen terug naar Nederland te varen.

Maandag 25 augustus kunnen we rond 11:00 uur vertrekken, dan staat er genoeg water in de geul naar zee.

Via Boulogne en Duinkerke varen we naar Oostende. Daar liggen we wederom 2 dagen te wachten op iets minder wind.

Zaterdag 30 augustus gaan we naar Vlissingen waar we, zoals elke keer dat we terug naar huis gaan, aanleggen in de Michiel de Ruyterhaven. Bij Brasserie Evertsen nemen we een late maaltijd.

Zondag gaan we vroeg op weg naar Scheveningen, we willen met stroom mee de Maasvlakte bij Rotterdam oversteken. Er zijn af en toe hoge golven, tijdens het heen en weer schudden gaat er ineens een alarm af bij de motor: de oliedruk is te laag. Al varende vult Peter de olie bij, het gepiep houdt op.

Maandag vertrekken we weer bijtijds uit Scheveningen en varen we in één ruk door naar Lelystad, een tocht van 12 uur. We zijn voorbij Amsterdam net op tijd voor de brugopening van de Schellingwouderbrug van 16:00 uur. Tussen 16:00 en 18:00 uur gaat de brug niet open ivm de avondspits, dat zou een oponthoud van 2 uur betekenen.

Onderweg naar Lelystad kunnen de zeilen weer gehesen, om 20:00 uur zijn we in onze thuishaven terug, na een prachtige reis van precies 3 maanden en 3 dagen.

Nieuwe ontdekking

Via Fécamp en Dieppe varen we naar Le Tréport. Fécamp en Dieppe kennen we al van eerdere vakanties, we gebruiken deze havens alleen als overnachtingsplek. Het is er druk met Nederlanders en Belgen die op de terugweg zijn naar huis.

Wij willen eerst nog naar Le Tréport, een haventje waarvan de ingang droogvalt bij laag water. Je moet het vertrek vanuit Dieppe dus goed plannen. Het is zo’n 3 uur varen, dus dat is geen probleem.

Le Tréport is een schitterend dorpje onderaan de kliffen. Het haventje heeft maar plek voor 6 passanten, je komt er binnen door een piepklein sluisje. Kortom, weer een hele belevenis.

In het dorp is een funiculaire, een kabelbaan met 4 kabines die je gratis bovenop de klif brengt. Er is een prachtig uitzicht op het dorp en op de baai. In tegenstelling tot veel andere dagen is het nu eens een keer helder, we kunnen tot aan Boulogne kijken.

Omlaag gaan we over een lange trap die door steile straatjes terugvoert naar zee-niveau. Jammer genoeg gaat deze trap niet langs de kerk die halverwege de klif is gebouwd, dus nemen we een volgende trap weer omhoog. Het is allemaal zeer de moeite waard.

Weekje stad en strand

Vrijdag 15 augustus varen we naar Ouistreham, waar we op een opening van de sluis moeten wachten voor we het kanaal van Caen naar zee kunnen opvaren. Aan de zee-kant van de sluis is het water erg woelig, daarna is het lekker rustig. We leggen aan in Ouistreham. Het is Maria Hemelvaart, een echte feestdag in Frankrijk. ’s avonds is er vuurwerk vlak naast de haven.

Zaterdag gaan we het kanaal op om naar Caen te varen. Over het kanaal liggen 3 bruggen die om de beurt open gaan. Er zijn 3 starttijden, als je de eerste brug hebt gehad gaan de andere 2 open als je rustig komt aanvaren. Een soort “Groene Golf” van verkeerslichten, maar dan op het water. Peter maakt de havenmeester wijs dat dat bij ons een “Blauwe Golf” heet.

In Caen is het op zondag markt op een groot plein langs de haven. Het is een drukte van jewelste, erg gezellig. Bij sommige groentenstallen en geroosterde kippenboeren staan de mensen in lange rijen, netjes te wachten tot ze aan de beurt zijn. Bij anderen ben je zo aan de beurt.

Maandag wandelen we door de stad via het kasteel en langs tal van kerken. De stad heeft tijdens de 2e Wereldoorlog veel te lijden gehad, zo’n 75% van de stad werd verwoest. Veel van de kerken en torens zijn fraai herbouwd, van een enkele staan alleen nog wat restanten overeind. Al met al is het een stad die de moeite waard is.

Dinsdag varen we terug naar Ouistreham, waar we een plek in een box vragen zodat we geen stampende buren over onze boot heen krijgen. We liggen er 3 dagen.

We halen onze fietsen van stal, dat maakt de afstanden een stuk korter. We gaan naar het strand waar Peter heerlijk de golven in duikt.

Ook bezoeken we het Musée du Mur de l’Atlantique, ingericht in een bunker. Deze bunker staat middenin het dorp, vermomd als een woonhuis. Het is weer indrukwekkend om te zien wat er allemaal bij de Slag om Normandië kwam kijken.

Naar Normandië

Woensdag 13 augustus gaan we, zodra er 2 meter water in de ingang van de haven staat, om 7:15 uur op weg naar Cherbourg.

Er staat haast geen wind dus gaat alles op de motor. Het water rondom Cap de la Hague stroomt zo hard dat we op een gegeven moment ruim 13 knopen snelheid op de teller zien, terwijl onze boot uit zichzelf maximaal zo’n 7 knopen haalt.

Donderdag gaan we om 8:00 uur verder naar Saint Vaast. Hier zijn we al een paar keer eerder geweest, de haven wordt afgesloten met een poort die een paar uur rondom hoog water open staat. We besluiten om er deze keer voor anker te gaan, omdat we anders de volgende ochtend al voor 5:30 uur de haven uit moeten als we verder willen.

We varen vrijdag 15 augustus naar Ouistreham/Caen, waar we een aantal dagen zullen blijven omdat er oostenwind wordt voorspeld, precies uit de richting waar wij naartoe willen.

Guernsey

Zaterdag 9 augustus vertrekken we vroeg uit Tréguier en zetten we koers naar Guernsey. Het is een rustig tochtje totdat we tussen de eilanden Sark, Herm en Guernsey in zitten, daar raast de wind tussendoor. Gelukkig zijn we er dan bijna.

We leggen aan in St Peter Port, de hoofdstad van het eiland. De boten liggen er gestapeld, we zien een boot die precies hetzelfde is als die van ons. Daar gaan we dan ook gezellig naast liggen. Wat een toeval!

Het is in de haven een komen en gaan van schepen, je ligt er bepaald niet rustig. Onze buren willen zondag om 9:00 uur vertrekken naar een haventje in het noorden van Guernsey. Wij besluiten hetzelfde te doen.

Beaucette Marina is een heel klein haventje, aangelegd in een voormalige steengroeve waarin ze een opening naar zee hebben gemaakt. Deze ingang is slechts 8 meter breed, en alleen te bevaren tussen een aantal uur voor en na hoog water. Daarna valt hij nagenoeg droog.

Je ligt hier schitterend in een ronde havenkom, tussen hoge granieten wanden. Het is er heerlijk rustig.

Zondagmiddag wandelen we een stuk langs de noordkant van het eiland.

Maandag nemen we een dagkaart voor de bus waarmee we het eiland rondrijden. De bushaltes worden veelal aangegeven door het woord BUS op de weg. Daar ga je gewoon staan wachten. De bussen rijden niet erg frequent,1 keer per uur is er een bus die een route rondom het eiland rijdt, verder zijn er nog buslijnen kriskras.

We wandelen langs de kliffen aan de zuidwestkant van het eiland, later ook langs de zuidoostkant. Hiervandaan heb je prachtige uitzichten op mooie baaitjes.

Op de terugweg stappen we bij St Peter Port uit bij een van de weinige supermarkten om onze boodschappen te doen en nemen vervolgens de volgende bus naar de haven.

Dinsdag doen we lekker helemaal niks, we genieten van de rust in de haven en lezen wat.

En weer naar zee

We verlaten Morlaix op maandag 4 augustus met opkomend water en zeilen naar Trébeurden.

Dit is een klein dorpje met prachtige uitzichten over de baai. Deze is bezaaid met rotsen, die soms wel en soms niet boven water uitsteken.

Dinsdagavond trakteren we onszelf op mosselen met een crêpe toe. Ze waren heel klein, maar ook heel lekker!

Woensdag verlaten we Trébeurden en varen we verder naar het oosten. We gaan voor anker bij Les Sept Îles, een onbewoonde eilandengroep. Het water is super helder, maar ook erg woelig. We liggen de hele nacht te schudden. Peter gaat nog een rondje om de boot zwemmen en maakt de onderkant schoon voor zover hij erbij kan.

Donderdag zeilen we rustig naar Tréguier, weer een stadje aan een rivier. Het stadje is oud, met een mooie kathedraal, wat vakwerkhuisjes en vooral veel grote natuurstenen huizen. Het komt echter wel een beetje ingedut over, er is weinig te beleven. Wel is er een grote Super U, waar we een geroosterde kip kopen voor het avondeten.

De rivier op

Na l’Aber Wrac’h varen we via een leuke ankerplek bij Île de Batz naar de baai van Morlaix. Daar gaan we een aantal kilometer de rivier op. Deze rivier valt bij eb bijna droog, we moeten met opkomend water naar binnen. Aan weerskanten van een smal geultje is het modderig, het is zaak om goed in het midden te blijven. Het is een mooi tochtje.

Bij Morlaix is een sluis die slechts 3 keer per dag bediend wordt: 1,5uur voor hoog water, met hoog water en 1 uur erna. En dat alleen als het licht is.

Morlaix is een prachtig stadje met oude vakwerkhuisjes, een hoge spoorbrug met halverwege een wandelpad die de stad domineert en hele steile straatjes. Dagen later voelen we onze kuiten nog steeds.

Een paar heerlijke dagen

In Aber Wrac’h liggen we van 29 juli tot 1 augustus en maken we 2 keer een heerlijke wandeling met schitterende uitzichten over de rotsen voor de kust.

Van broodbakken hebben ze hier echter geen kaas gegeten, dat is zo taai dat je je kunstgebit (als je dit had) uit je mond zou trekken. Zelfs bij de bakker is het niet beter.

Op de rivier zijn tal van zeilklasjes bezig, kinderen van 4 tot 12 jaar worden met rubberboten naar verschillende types zeilbootje gebracht. Daar oefenen ze dan een paar uur. Het is een feest om te zien.

Peter’s Beste Vriend

We besluiten van Roscoff nog één etape verder naar het westen te gaan, naar een plaats met de onmogelijke naam L’Aber Wrac’h (uitspraak Aber Wrak). Dit dorpje ligt aan een riviermonding, een Aber. Om er te komen moeten we door een smalle doorgang tussen de rotsen.

Om een en ander goed te plannen in verband met hoog en laag water en de stroming die ermee samenhangt besluit Peter zijn nieuwe Beste Vriend te raadplegen: Chat GPT. Het werkt als volgt: je vraagt wat het beste tijdstip is om te vertrekken ivm eb en vloed, op een bepaalde datum voor een bepaalde route. Na enig nadenken geeft Chat GPT een antwoord.

Het antwoord leek plausibel: vertrek om 07:00 uur vanuit Roscoff, dan komt het met de stroming wel goed. We besluiten het advies klakkeloos op te volgen. Met als gevolg dat we de hele weg tegenstroom hebben. En de wind werkt ook niet mee, die is ook tegen – maar daar kan Peter’s Beste Vriend niks aan doen!

In het vervolg berekenen we zelf wel onze vertrektijd.

Tijd om verder te trekken

Zaterdag 26 juli is het tijd om verder te trekken. We willen graag naar Frankrijk, in eerste instantie was ons plan om via de Kanaal Eilanden te gaan. Dit zou betekenen dat we 2 dagen van 16 uur zouden moeten varen, dus hele lange dagen.We besluiten om rechtstreeks te gaan, dus een dag en een nacht varen.

Voordat we vertrekken gaat Peter nog even onder de boot door omdat het wieltje voor het meten van de afstand niet meer draait. Hangend aan een touw en gewapend met een afwaskwast krijgt hij het voor elkaar.

Om 12:00 uur vertrekken we. Er staat wel meer wind dan verwacht, en er zijn vervelende golven. Tot 19:00 uur gaat het goed totdat ik de linzenschotel ga opwarmen. Deze komt er net zo snel weer uit als dat hij erin ging. 2 zeeziektepillen verdwijnen ook in de emmer, het enige dat helpt is platliggen. Dat betekent dat Peter de hele nacht alleen zit, petje af voor mijn kanjer! Om 8:25 uur op 27 juli varen we de haven van Roscoff binnen.

Na een heerlijke douche gaan we ondanks het slaapgebrek het stadje bekijken, croissants en chocoladebroodjes eten op een bankje en een paar boodschappen doen. We bekijken het stadje vluchtig, het lijkt erg leuk, maar maandag gaan we hier mee verder. Vandaag maar even rust houden