10 augustus, even naar Denemarken

Vandaag verlaten we tijdelijk Zweden om naar twee Deense eilanden te gaan: Christianso en later Bornholm.

Christianso is een vesting eiland, helemaal ommuurd. Een wandeling rondom is 1,5 km. Er rijden geen auto’s, de straatjes zijn geplaveid met natuursteen.

’s Avonds na het eten wandelen we langs de vestingmuur en horen zeehonden brullen op de rotsen. Met moeite kunnen we ze ook zien.

Donderdag varen we 2 uur verder naar Bornholm, een wat groter eiland met een aantal havens rondom. We beginnen in het zuid-oosten in de haven van Svaneke, een klein toeristisch dorpje.

Het plan is om vervolgens in een paar dagen tegen de klok in naar de westkant van het eiland te varen, en daarna weer over te steken naar Ystad in Zweden.

9 augustus, Utklippan

Utklippan is de naam van een vuurtoreneiland. Het bestaat uit een Noorder- en een Zuidereiland.

Op het Zuidereiland staan de vuurtoren en een aantal huisjes die vroeger werden bewoond door de vuurtorenwachter. Het Noordereiland omvat een rechthoekig bassin, waar plezierboten aan kunnen leggen. Er zou een havenmeester komen voorde havengelden, maar kennelijk is het hier ook einde van het seizoen, want we zien niemand. De haven ligt eind van de middag wel vol.

8 augustus, Kristianopel

Het is een koude dag wanneer we van Kalmar verder trekken naar Kristianopel. Lange broeken en zeilpak gaan aan, Peter zet zelfs zijn muts op.

We kunnen deels zeilen, deels op de motor. Rond de middag komen we aan in het gezellige haventje met de opmerkelijke havenmeester (een soort Quasimodo). Tegen Duitsers die aanleggen waar hij ze wil hebben, schreeuwt hij: waarom luisteren jullie niet naar me, ik zeg toch “hier”?

We trakteren onszelf op fish & chips, lekker stukje vis maar de doperwtjes waren ze vergeten op te warmen.

Kristianopel was vroeger een vesting, de muur staat er nog. Het is nu een piepklein dorpje met houten huisjes binnen een stadsmuur. Net iets groter dan een voetbalveld, er wonen zo’n 80 mensen.

7 augustus, Kalmar

Zondag varen we met stevige wind naar Kalmar, waar we rond de lunch aankomen.

We gaan onder de brug door en moeten daarvoor behoorlijk scherp varen, wat niet meevalt in de af en toe sterk veranderlijke wind. Maar uiteindelijk varen we mooi onder de brug door en kunnen we de haven opzoeken.

Kalmar is een klein stadje, waar we ’s middags rondkijken bij het kasteel en in de kleine straatjes.

5 augustus, richting Kalmar

Onderweg naar Kalmar gaat het steeds harder waaien en lijkt het ons beter om eerder te stoppen. We varen een diepe inham in richting Monsteras. Het is een goedkope haven, echter zonder douche.

In het dorp, dat niet veel voorstelt, is wel een System Bolaget. Dit geeft ons de gelegenheid om onze wijnvoorraad weer wat aan te vullen.

Zaterdag blijven we nog een dagje liggen vanwege de harde wind. In het dorp is echter alles gesloten, er valt niets te beleven. Een voordeel: het informatiekantoor waar we moeten betalen is ook gesloten, waardoor we de 2e nacht gratis liggen.

2 augustus, naar Öland

Met een stevige wind varen we dinsdag naar Öland, waar we een plek vinden in de bijna uitgestorven haven van Byxelkrok. Het is een gezellig dorpje, waar de oude vissershuisjes zijn omgetoverd tot winkeltjes en cafeetjes. Kneuterig-toeristisch!

We blijven hier een paar dagen liggen in verband met de harde wind. De boot krijgt weer eens een poetsbeurt, van binnen en van buiten.

Donderdag maken we een fietstocht van 42 km langs de noordkant van het eiland. Het was zwaar trappen over de onverharde bospaadjes!

Toen we bij vuurtoren Lange Erik kwamen bleek deze gesloten, waarschijnlijk eind van het seizoen. Aan de oostkant van het eiland picknicken we op het strand en doen een poging om te zwemmen. Peter duikt even onder, bij mij komt het water niet verder dan de rand van mijn broek.

Verder op de route lag nog een Viking nederzetting waar we even hebben rondgewandeld.

1 augustus, rondje Gotland

Maandag hebben we een rondje Gotland gepland, niet met de boot maar met een huurauto.

We moeten de auto ophalen bij het vliegveld van Visby, dat met de fiets makkelijk te bereiken is vanuit de haven. Volgens Google Maps is de route “grotendeels vlak”. Behalve daar waar het niet vlak was, daar moesten we halverwege de helling afstappen, hijgend als een molenpaard.

We rijden rond een groot deel van de noordpunt van het eiland, over kleine weggetjes. De route gaat door het bos en langs de kust. Als eerste stoppen we bij het schitterende haventje van Lickershamn, waar we onszelf trakteren op koffie en een kaneelbroodje. Jammer dat we morgen gepland hebben om verder te trekken naar het vaste land, anders was dit nog een leuk alternatief geweest voor Visby.

We kijken uitgebreid bij raukas, natuurlijke steenkolommen van metershoog en een oude grafheuvel in de vorm van een schip, wandelen door een kalksteengroeve en bij een kloosterruïne.

30 juli – 2 augustus, Visby en rondje Gotland

Zaterdag wandelen we door de oude hanzestad Visby, een geheel ommuurde stad met veel middeleeuwse gebouwen en kerken. Van deze kerken zijn de meeste tot ruïnes vervallen. Slechts één kerk is nog intact.

Zondag willen we gaan fietsen, maar eerst brengen we een bezoek aan de botanische tuin. Dit neemt echter zoveel tijd in beslag, dat we de fietstocht afblazen en alleen nog naar de supermarkt gaan.

Maandag hebben we een auto gehuurd om een rondje Gotland te doen, niet met de boot maar over land.

29 juli, naar Gotland

We vertrekken vroeg voor de lange tocht naar Gotland. Onze ankerplek ligt op een van de buitenste scheren, na een paar bochtjes kan de stuurautomaat aan en is het één rechte lijn naar Visby. Enige maar: er is geen wind, dus varen we bijna 12 uur op de motor.

We hadden begrepen dat het in Visby de hele zomer erg druk was, dus hadden we geprobeerd te reserveren. Dit lukte wel voor de laatste 2 nachten, maar de eerste 2 zaten al vol. Wat schetst onze verbazing als we merken dat er bijna niemand ligt! We hebben een goeie plek, en annuleren onze reservering om niet te hoeven verkassen.

28 juli, aan de rots

Een dag zeilen afgewisseld met motoren.

Vandaag voor het eerst met de neus aan de rots geankerd, tot nog toe durfde ik nooit van de boot af te springen op de rots.

Na eerst een verkenningsrondje te hebben gevaren tot vlakbij de rots gooit Peter op 2 bootlengtes vanaf de rots het achter anker uit en drijven we voorzichtig naar de kant. Bij de rots kan ik gewoon afstappen om de boot tegen te houden terwijl Peter de ankerlijn vastlegt. Daarna gaan vanaf de voorpunt 2 lijnen naar de dennenbomen op de kant. Spannend, maar eigenlijk was het hier supersimpel.

Hier hadden we al lang tegenaan zitten hikken, maar het is uiteindelijk gelukt.