3 september, het Kielerkanaal

We staan om 6:00 uur op, pleziervaartuigen mogen zodra de zon opkomt door de sluis en het kanaal op. Er liggen al een paar jachten te wachten, als zij erin mogen willen we ook aansluiten. We zijn echter net te laat, de sluiswachter gooit de lichten op rood als we komen aanvaren. Maar even wachten op de volgende schutting dus. We mogen aansluiten achter een paar grote zeeschepen, tegelijk met nog een aantal zeilboten. Het van de boot afspringen gaat moeizaam, de vlonders met rubber matten liggen erg laag.

Na het schutten begint de lange tocht naar Brunsbüttel, 100 kilometer op de motor, we zullen er rond 19:00 uur aankomen. Het is op het kanaal een stuk drukker dan op de heenweg. We moeten zelfs nog even wachten bij een uitwijkplaats voor een groot schip met windmolen wieken. Het kanaal is lang maar het lijkt alsof je door een groot bos vaart, met af en toe zeer hoge bruggen.

In Brunsbüttel leggen we aan in het piepkleine haventje direct naast de sluis. Het is een imposant gezicht om de enorme zeeschepen zo langs de haven te zien schuiven op weg naar de sluis.

2 september, naar Kiel

We zeilen heerlijk naar Holtenau, waar de ingang van het Kielerkanaal zich bevindt.

Aan de kade naast de sluis mag je aanleggen om te overnachten. We doen boodschappen bij de Rewe, eindelijk komen we prijzen tegen die we begrijpen: druiven voor €2,50, wijn voor €9,99. Niks meer omrekenen, en niet meer zo duur als in Scandinavië.

Het is ’s avonds nog prachtig weer, op de boot zitten we heerlijk in de luwte als we de barbecue maar weer eens aansteken. Een lekker zalmpje, maiskolven en broodjes. En natuurlijk wijn, misschien wel iets te veel.

Morgen moeten we weer op tijd op om door de sluis te gaan, dus vroeg naar bed.

1 september, plannen kunnen wijzigen

Het plan was om naar de stad Svendborg te gaan en daar een paar dagen harde wind uit te zitten. Onderweg bedenken we dat het daarna ook geen lekker weer wordt, veel regen verwacht. We besluiten de plannen om te gooien en door te varen naar Bagenkop, op de zuidpunt van Langeland, en dan de volgende ochtend vroeg, voor de harde wind naar Kiel te varen. Het Kielerkanaal kunnen we ook wel met harde wind af varen, je mag daar toch niet zeilen.

Bij Bagenkop gaan we voor anker en zien de zon prachtig in de zee zakken.

30 augustus, naar Fejø

Op het eiland Fejø leggen we aan in de kleine haven van Dybvig. De helft van de haven is afgezet met rood-wit gestreept lint. We krijgen van een behulpzame buurman te horen dat morgen de koningin op bezoek komt, er is opwinding alom. Iedereen versiert zijn boot met vlaggetjes.

Fejø is een echt appel-eiland. In de loop van de middag gaan we op zoek naar de cideri, een eindje lopen vanaf de haven. Onderweg komen we een man tegen die appels plukt, dit blijkt de eigenaar van de cideri te zijn. Hij vertelt ons echter dat ze gesloten zijn, ze zijn alleen tijdens de 7 weken zomervakantie open. Hij biedt aan zijn vrouw te bellen om te vragen of ze ons wil helpen. Dit is geen probleem, ze zijn erg vriendelijk. Alleen is de winkel al ontmanteld en de pinautomaat werkt niet meer. We mogen wel met euro’s betalen als we geen kronen hebben. Met en fles cider en een fles appelazijn, samen 20 euro, gaan we terug naar de boot. Duur flesje!

We besluiten te blijven totdat de koningin weer weg gaat. Ook wij hangen onze vlaggetjes in de mast. Rond 11:30 uur komt de koningin. Het hele dorp is uitgelopen, wel zo’n 50 mensen! Iedereen krijgt een papieren vlaggetje in de hand om te zwaaien. De koningin, een slanke dame van rond de 80, lijkt erg streng. Als de toespraken beginnen gaan wij lunchen, en zodra het gezelschap op de veerpont is gestapt gooien wij ook los en vertrekken we naar Omø, waar we om 20:00 uur aankomen.

28 augustus, naar Rødvig

Het lijkt wel of de zomer ineens is afgelopen, het is weer een grijze dag.

We zeilen naar Rødvig. Onderweg worden we ineens opgeroepen door Cees en Sam van de Ellya. Ze varen naast ons en vragen of we foto’s van hun boot willen maken, en zij van de onze, en of we die dan willen doorsturen. We zoeken ze op via internet, waar we hun e-mail adres vinden op hun website. Een leuke manier om foto’s van je eigen boot in actie te krijgen!

Bij het aanleggen in Rødvig maak ik een misstap en glij zo van de kade af het water in. Weten we ook gelijk dat het reddingsvest het doet! Peter schrok zich te pletter, want de boot lag nog niet vast en bewoog nog. Ik baal vooral, de gaspatronen voor het reddingsvest zijn peperduur. Gelukkig hebben we er nog wel een paar op voorraad.

26 augustus, langs de Deense kust

Het is tijd om weer verder te trekken langs de Deense kust naar het zuidwesten. We komen uit in het prachtige dorpje Dragør, vlak onder het vliegveld van Kopenhagen. Het is een schilderachtig dorpje met gele huisjes en smalle straatjes met (uitgebloeide) stokrozen langs de tuinmuren. We plukken er verschillende zaaddozen af om thuis ook eens te proberen stokrozen te kweken.

Tussen de middag eten we een visschotel in de visrokerij. Deze bestaat uit een stuk gebakken vis en een visbal, met frietjes en remouladesaus. Deze visbal is echter erg sponzig, geef ons maar een lekkerbek van de visboer uit Lelystad.

We nemen een duik in zee, het is heerlijk koel water  maar helaas is het erg lang ondiep op het strandje bij het dorp.

Zaterdag komt de regen met bakken uit de hemel, we blijven lekker liggen in de haven en lezen de hele dag.

22 -26 augustus, 4 dagen Kopenhagen

Rond de middag komen we aan in Christianshavn, waar we voor 4 dagen een plek hebben geboekt. De haven ligt in het centrum van de stad, we kunnen alles wat we willen zien lopend bereiken.

Direct na aankomst op maandag gaan we naar de Vor Frelser Kirke, die we vanuit de kuip kunnen zien. We beklimmen de bijzondere toren van deze kerk, waarbij de eerste helft binnendoor gaat maar de tweede helft via een spiraaltrap buitenom. Hier hebben we een prachtig uitzicht op de stad. 

Dinsdag wandelen we langs de beurs en Christiansborg Slot naar het Raadhuis, waar we de beroemde astronomische klok van Jens Olsen bekijken.

In een zijstraatje van de beroemde winkelstraat Stroget kopen we 4 stukken smörrebröd in een klein winkeltje. Dit zijn stukjes roggebrood belegd met allerlei lekkere salades en stukjes vis of vlees. Alles netjes ingepakt, zodat we het op een bankje kunnen opeten. We laten het ons goed smaken en doen ideetjes op voor thuis. 

Na de lunch lopen we via Rosenborg Slot en de koninklijke tuinen naar de botanische tuin, om vervolgens via een Aldi weer terug te wandelen naar de boot.

’s Avonds barbecueën we op de boot.

Woensdag hebben we de wisseling van de wacht bij kasteel Amalienborg op het programma staan. We zijn aan de vroege kant en lopen eerst naar de Marmeren kerk vlakbij het kasteel.

De wisseling van de wacht is wat ons betreft een aanfluiting na het spektakel dat we in Stockholm hebben gezien. Er kwam een groep van een stuk of 8 wachten met berenmutsen het plein op marcheren, waarna niet duidelijk was wat er gebeurde en of het al klaar was. Géén muziek, géén paarden, niks van dien aard.

Na de wisseling van de wacht wandelen we langs het water richting de Kleine Zeemeermin. Als we er bijna zijn komen we langs de aanlegplek voor watervliegtuigen. Er ligt al 1 vliegtuig, even later komt er een tweede bij. Op een bankje eten we het stokbrood met salami dat we onderweg hebben gekocht.

Vervolgens lopen we verder naar de genetisch gemodificeerde zeemeermin, een apart modern beeld.

Donderdag staat de vuilverbranding op het programma. Nou zal je wel denken dat we ze niet allemaal op een rijtje hebben, want wat ga je dáár nou zoeken? Wel, in Kopenhagen hebben ze bedacht om de fabriek te voorzien van een skibaan op het dak en een klimmuur langs de zijkant. Met een wandelpad naar de top voor een fraai uitzicht over de hele stad vanaf een hoogte van zo’n 80 meter.

Het was een hele wandeling ernaar toe, maar zeker de moeite waard.

21 augustus, eiland Flakfortet

Omdat we pas de 22e in Kopenhagen terecht kunnen leggen we aan op het fort-eiland Flakfortet. Een eiland een paar mijl voor de stad waarop een verdedigingsfort staat, omgeven door een gracht en een muur. Er liggen een veertigtal boten, zowel aan het eiland als aan de muur. Er zijn ook veel bezoekers met de veerpont gekomen. De havenmeester vertelt ons dat er maar weinig boten blijven overnachten. En inderdaad, ’s avonds liggen er nog maar een stuk of 6.

Op maandagochtend worden we wakker van het gekwetter van zwaluwen. Er zitten er honderden op onze reling, touwen, giek.

20 augustus, eiland Ven

Onderweg naar Kopenhagen maken we een tussenstop op het eilandje Ven. Er zijn een drietal kleine haventjes op Ven, wij besluiten om naar de noordkant te gaan. Overigens is dit eiland tegenwoordig Zweeds, dus dat wordt weer vlaggetje verwisselen.

Om 11:00 uur leggen we aan in de haven Norreborg, en gaan om 11:15 uur een kaartje kopen bij de betaalautomaat. Tot onze verbazing staat er op dat kaartje dat het tot 12:00 uur die dag geldig is, en dat ook de code voor het sanitair slechts tot dat tijdstip geldt. Je schijnt dus na 12 uur te moeten betalen voor de komende nacht. We doen of we gek zijn, hangen het kaartje aan de reling en gaanwandelen. Het is een leuk eiland waar de tijd stilgestaan lijkt te hebben. ’s Avonds loopt de havenmeester een aantal keer rond, maar zegt ook niks over ons verlopene kaartje. De sanitair code lijkt inderdaad niet meer te werken als we willen douchen. Gelukkig komt er net iemand uit, zodat we naar binnen kunnen glippen.