Een paar dagen Penzance

Vrijdagochtend gaat Peter gelijk om 8:00 uur bellen met een reparatiebedrijf, maar die hebben geen tijd. Hij krijgt van hen een ander nummer dat hij kan proberen, ook geen tijd. Op het havenkantoor zijn ze erg behulpzaam, maar overal krijgen we nul op request. We lopen naar het eerste bedrijf waarnaar we hebben gebeld, de man doet zijn uiterste best voor ons, maar voor die dag gaat het niet lukken. Peter moet maandagochtend om 8:00 uur nog maar eens bellen, dan lukt het hem misschien.

Dat betekent dat we een paar dagen in Penzance blijven (wat we toch al van plan waren vanwege de voorspelde wind), maar ook dat we hier misschien nog wel langer moeten blijven. Ons plan was om dinsdag richting de Scillies te varen, we zien wel wat het wordt.

Het is hier prachtig. Het haventje is een soort oud vissershaventje, waar de boten aan een stenen kade liggen met lange lijnen om met eb en vloed te kunnen zakken en stijgen. Wij liggen naast een andere zeilboot zodat we daar niet op hoeven letten, als hij zakt zakken we gewoon mee. Bovendien zorgt de toegangspoort van de haven ervoor dat er in de haven weinig verandering is qua waterstand. Om de kade op te komen moet je een steile ladder beklimmen. Dat is iedere keer weer even slikken.

Vrijdag maken we een wandeling over het strand naar Saint Michaels Mount, een rotseilandje vlak bij de kust met een kasteel erop dat, zoals de naam al doet denken, lijkt op de Mont Saint Michel. Met laagwater kun je ernaartoe lopen over een dam, helaas is het nog hoogwater als wij er zijn. Voor de terugweg wandelen we over de heuvels en door de velden, het is weer een mooie wandeling.

Zaterdagochtend genieten we van een English Breakfast in een klein restaurantje naast de haven.

Motorpech!

Donderdag zeilen we naar Penzance. Het is heerlijk weer met een lekker windje. In eerste instantie houden we de motor aan om toch een beetje de vaart erin te houden, maar halverwege kan de motor uit en zeilen we verder naar het westen.

Bij aankomst in Penzance, om 20:00 uur, wil de motor niet starten. Op het zeil zoeken we een veilige plek om het anker te droppen. We halen het voorzeil weg om de vaart uit de boot te halen, gooien de kop in de wind en laten het anker zakken. Zodra het anker houdt laten we snel de zeilen zakken. Deze operatie ging perfect! Peter probeert de motor weer aan de praat te krijgen, hij lijkt geen diesel te krijgen. Ook na het vervangen van het brandstoffilter gebeurt er niks.

De haven ligt achter een poort, die 2 uur voor hoog water open gaat, en 1 uur na hoog water weer gesloten wordt. Om 22:00 uur is het zover. We roepen de haven op om om hulp te vragen. Er komt een havenbootje langszij dat ons naar binnen sleept. Ze willen er niks voor hebben, we hebben al genoeg pech vinden ze.

En steeds een stukje verder

Vanuit Yealm gaan we maandag verder naar Fowey (dit spreek je uit als Foy), ook een rivier. Onderweg wordt het weer mistig, maar we zien vaag de kustlijn.

Eenmaal binnen aan een boei zit het ineens potdicht. De dorpjes aan weerszijden van het riviertje zijn niet meer te zien, het ziet er mysterieus uit. Af en toe probeert de zon door te komen en zien we een glimp van een dorpje.

Dinsdagochtend is het prachtig weer en gaan we verder naar Falmouth. We leggen aan in een marina, waar we lekker kunnen douchen. Vlak bij de haven is een Lidl, waar we boodschappen kunnen doen.

Woensdag is een koude en winderige dag. We bekijken het stadje en Peter klust wat aan de accu’s.

Verder langs de kust

Zaterdag 28 juni zeilen we naar Salcombe. Onderweg wordt de wereld steeds kleiner, er komt mist opzetten. Vlak bij Salcombe klaart het even wat op, we zien de kust weer. Op de rivier is het helderder. We moeten stapelen aan een mooringboei, dit hebben we nog niet eerder meegemaakt.

Zondag hangt er nog steeds mist langs de kust, op het water is het zicht beter. Helaas zien we dus niks van de kust, die voor ons nieuw is. Zover naar het westen zijn we nog nooit geweest.

We zetten koers naar de rivier Yealm. Zowel bij Salcombe als bij Yealm moeten we over een drempel. We vertrekken dus vroeg, om 6:30 uur, en zijn om 10:30 uur op de Yealm. Deze rivier is prachtig, het lijkt of we zo “In de ban van de ring” binnenvaren.

De visitors-moorings zijn vrij, we kunnen dus snel en makkelijk aanleggen. Wanneer de havenmeester langskomt vraagt hij of we een privé boei willen van iemand die op vakantie is. Dan lopen we niet het risico dat er een andere boot langszij komt liggen.

Bill of Portland

Van Weymouth gaan we zodra de wind het toelaat verder naar Brixham. De route voert langs Portland, een schiereiland waaromheen het water hard stroomt. Daar kun je vlak omheen varen, via de Inshore Passage, of je moet een heel eind omvaren omdat het gebied ertussenin erg woelig is. De eerste keer dat we hier waren, 7 jaar geleden, zijn we wel over dat woelige stuk gegaan, het was alsof je in de wasmachine zat.

De inshore passage kun je nemen als het weer niet al te heftig is en je boot niet al te groot. Bovendien moet je goed plannen hoe laat je vertrekt om op precies het goeie moment bij de punt van het schiereiland te zijn. Op dit punt ontmoeten de stroming vanuit de baai van Weymouth en de stroming uit de baai van Brixham elkaar, terwijl ze op verschillende momenten omdraaien. Ideaal is wanneer je het hele stuk stroom mee hebt.

Een groot deel van de route kunnen we zeilen, alleen op het laatste stukje moet de motor erbij.

We blijven 3 nachten in Brixham tot de wind weer luwt. Brixham is een leuk stadje met steile straatjes en een droogvallend vissershaventje. We doen de was en wandelen een klein stukje.

Weymouth: 21 tot 25 juni

De tocht naar Weymouth gaat als een speer, met wind en stroming van achter halen we een gemiddelde van 5,8 knopen.

In Weymouth blijven we een aantal dagen. Het is een leuk en levendig stadje waar we al een aantal keer eerder hebben gelegen. Elke keer was er wel iets te doen: volksdans demonstraties, een markt met zanggroepen of dit jaar een optocht van oude legervoertuigen als eerbetoon aan de gevallenen. Later op de dag is er een taptoe met legerbands. Leuke sfeer en zonnig, maar koud door de harde wind.

Maandag gaan we weer aan de wandel, een stuk langs de kustlijn heen en door de velden terug. Weer staat er 21 kilometer op de teller.

Dinsdag regent het als we wakker worden. Echt een dag om te lezen en te schrijven.

18-21 juni: op de Solent

Vanuit Brighton varen we naar Chichester, een soort Waddengebied aan het begin van de Solent. We gaan daar voor anker. Er komt een havenboot langs om een bijdrage te vragen voor het verblijf in het gebied à 9,45 pond. Dit is niets vergeleken met de 30 à 50 euro die we in jachthavens betalen!

Over de Solent zeilen we naar Yarmouth, waar we twee nachten blijven. We maken er een prachtige wandeling van zo’n 24 kilometer naar de meest westelijke punt van het eiland Wight, waar we de Needles eens vanaf het land zien. Heen gaan we over de kliffen aan de noordkant, met uitzicht over de Solent en het vasteland. Terug lopen we via de zuidkant naar het dorpje Freshwater. Daarvandaan gaat onze route door een moerassig gebied terug naar de haven. Moe maar voldaan komen we aan bij de boot.

Zaterdag 21 juni is weer een goeie dag om verder te varen.

Eastbourne en Brighton

In Eastbourne liggen we een paar dagen omdat we graag naar een optreden in de Bandstand willen, een fraaie muziektent op de boulevard. In deze muziektent worden elke zomer Tribute optredens verzorgd door artiesten die een bekende zanger immiteren.

Zo hebben we er jaren geleden een tribute voor Robbie Williams gezien, dat was een groot feest. Twee jaar geleden zijn we naar Elton John geweest, ook erg leuk. Alleen stormde het die avond, waardoor de artiesten bijna uit hun kleren woeien en de zanger tegen het einde zijn stem kwijt was.

Dit jaar was Phil Collins aan de beurt, daar hadden we hoge verwachtingen van. De zang was wel goed, maar er ontstond helaas geen feeststemming. Jammer!

Maandag 16 juni zijn we verder gevaren naar Brighton, een leuk tochtje langs de kust waarbij we zelfs het grootste deel konden zeilen.

Woensdag hebben we het Royal Pavilion bezocht, een erg mooi en rijk versierd gebouw.

Langs de Engelse zuidkust

We besluiten donderdag gelijk door te varen naar Eastbourne. De beste vertrektijd vanwege de stroming is rond 14:30 uur. Dat wordt dus nachtwerk!

De zee is spiegelglad, er is geen zuchtje wind dus varen we het hele stuk op de motor. Stuurautomaat aan en gaan. Om 01:00 uur komen we aan bij de sluis die toegang biedt tot de haven, om 01:30 liggen we aan de steiger.

Eindelijk…

Na een week in Oostende, wachtend op minder wind, varen we maandag eindelijk uit naar Duinkerke. Minder wind, maar nog wel pal tegen. Aan de zigzaglijn van onze route is dit duidelijk te zien.

Dinsdag blijven we in Duinkerke liggen. Peter haalt lekkere broodjes voor het ontbijt en later op de ochtend doen we boodschappen in de stad. We kopen een lekker stokbrood en ham voor de lunch, maar als we bij de boot terugkomen blijkt de helft van het stokbrood, dat boven de boodschappentas uitstak, te zijn afgebroken. Helaas, dat wordt op een stokje bijten!

Woensdag 11 juni neemt de wind verder af en komt hij uit het oosten. Perfect om naar Engeland over te steken. Met een matig windje en over een kalme zee steken we op zeil en motor over naar Dover.

We verlaten Duinkerke om 05:30 uur en zijn rond 13:00 uur aan de overkant.