En weer naar zee

We verlaten Morlaix op maandag 4 augustus met opkomend water en zeilen naar Trébeurden.

Dit is een klein dorpje met prachtige uitzichten over de baai. Deze is bezaaid met rotsen, die soms wel en soms niet boven water uitsteken.

Dinsdagavond trakteren we onszelf op mosselen met een crêpe toe. Ze waren heel klein, maar ook heel lekker!

Woensdag verlaten we Trébeurden en varen we verder naar het oosten. We gaan voor anker bij Les Sept Îles, een onbewoonde eilandengroep. Het water is super helder, maar ook erg woelig. We liggen de hele nacht te schudden. Peter gaat nog een rondje om de boot zwemmen en maakt de onderkant schoon voor zover hij erbij kan.

Donderdag zeilen we rustig naar Tréguier, weer een stadje aan een rivier. Het stadje is oud, met een mooie kathedraal, wat vakwerkhuisjes en vooral veel grote natuurstenen huizen. Het komt echter wel een beetje ingedut over, er is weinig te beleven. Wel is er een grote Super U, waar we een geroosterde kip kopen voor het avondeten.

De rivier op

Na l’Aber Wrac’h varen we via een leuke ankerplek bij Île de Batz naar de baai van Morlaix. Daar gaan we een aantal kilometer de rivier op. Deze rivier valt bij eb bijna droog, we moeten met opkomend water naar binnen. Aan weerskanten van een smal geultje is het modderig, het is zaak om goed in het midden te blijven. Het is een mooi tochtje.

Bij Morlaix is een sluis die slechts 3 keer per dag bediend wordt: 1,5uur voor hoog water, met hoog water en 1 uur erna. En dat alleen als het licht is.

Morlaix is een prachtig stadje met oude vakwerkhuisjes, een hoge spoorbrug met halverwege een wandelpad die de stad domineert en hele steile straatjes. Dagen later voelen we onze kuiten nog steeds.

Een paar heerlijke dagen

In Aber Wrac’h liggen we van 29 juli tot 1 augustus en maken we 2 keer een heerlijke wandeling met schitterende uitzichten over de rotsen voor de kust.

Van broodbakken hebben ze hier echter geen kaas gegeten, dat is zo taai dat je je kunstgebit (als je dit had) uit je mond zou trekken. Zelfs bij de bakker is het niet beter.

Op de rivier zijn tal van zeilklasjes bezig, kinderen van 4 tot 12 jaar worden met rubberboten naar verschillende types zeilbootje gebracht. Daar oefenen ze dan een paar uur. Het is een feest om te zien.

Peter’s Beste Vriend

We besluiten van Roscoff nog één etape verder naar het westen te gaan, naar een plaats met de onmogelijke naam L’Aber Wrac’h (uitspraak Aber Wrak). Dit dorpje ligt aan een riviermonding, een Aber. Om er te komen moeten we door een smalle doorgang tussen de rotsen.

Om een en ander goed te plannen in verband met hoog en laag water en de stroming die ermee samenhangt besluit Peter zijn nieuwe Beste Vriend te raadplegen: Chat GPT. Het werkt als volgt: je vraagt wat het beste tijdstip is om te vertrekken ivm eb en vloed, op een bepaalde datum voor een bepaalde route. Na enig nadenken geeft Chat GPT een antwoord.

Het antwoord leek plausibel: vertrek om 07:00 uur vanuit Roscoff, dan komt het met de stroming wel goed. We besluiten het advies klakkeloos op te volgen. Met als gevolg dat we de hele weg tegenstroom hebben. En de wind werkt ook niet mee, die is ook tegen – maar daar kan Peter’s Beste Vriend niks aan doen!

In het vervolg berekenen we zelf wel onze vertrektijd.

Tijd om verder te trekken

Zaterdag 26 juli is het tijd om verder te trekken. We willen graag naar Frankrijk, in eerste instantie was ons plan om via de Kanaal Eilanden te gaan. Dit zou betekenen dat we 2 dagen van 16 uur zouden moeten varen, dus hele lange dagen.We besluiten om rechtstreeks te gaan, dus een dag en een nacht varen.

Voordat we vertrekken gaat Peter nog even onder de boot door omdat het wieltje voor het meten van de afstand niet meer draait. Hangend aan een touw en gewapend met een afwaskwast krijgt hij het voor elkaar.

Om 12:00 uur vertrekken we. Er staat wel meer wind dan verwacht, en er zijn vervelende golven. Tot 19:00 uur gaat het goed totdat ik de linzenschotel ga opwarmen. Deze komt er net zo snel weer uit als dat hij erin ging. 2 zeeziektepillen verdwijnen ook in de emmer, het enige dat helpt is platliggen. Dat betekent dat Peter de hele nacht alleen zit, petje af voor mijn kanjer! Om 8:25 uur op 27 juli varen we de haven van Roscoff binnen.

Na een heerlijke douche gaan we ondanks het slaapgebrek het stadje bekijken, croissants en chocoladebroodjes eten op een bankje en een paar boodschappen doen. We bekijken het stadje vluchtig, het lijkt erg leuk, maar maandag gaan we hier mee verder. Vandaag maar even rust houden

Nogmaals naar Yealm

Donderdag 24 juli gaan we weer naar Yealm, waar we op de heenweg maar 1 nachtje waren. Dit is ook een schittenrend riviertje, minder toeristisch dan Fowey, ook veel kleiner.

De eerste nacht liggen we aan een steiger. Met de kano’s gaan we naar de kant en wandelen we naar de COOP supermarkt. Deze zou in onze garage passen!

Vrijdagochtend komt er een boei vrij, we vragen of we daar mogen gaan liggen. Dit is geen probleem. Wij vinden dit fijner omdat het water dan minder klotst tegen de boot en er niemand tegen je aan komt liggen als het druk is.

We maken een schitterende wandeltocht over de klippen, met mooie uitzichten over de ingang van de rivier en de zee.

Fowey in de herkansing

Nadat we 4 dagen aan de steiger op Truro River hebben gelegen, met regen en harde wind, varen we dinsdag 22 juli naar Fowey. Toen we hier op de heenweg waren zat het potdicht van de mist, nu is het heerlijk zonnig.

Je ligt hier prachtig op de rivier, met op beide oevers een dorpje met steile straatjes. Bij de Yachtclub kun je met je kano aanleggen en douchen, kosten 2 pond (2,29 euro) voor 2 minuten. Dat is dus even doorwerken wil je alles op tijd uitgespoeld hebben.

Na de douche gooien we de handdoeken in de kano’s en wandelen we door de steile smalle straatjes op en neer. We trakteren onszelf op een Cheese and Onion Pasty, een warm broodje kaas en ui. Heerlijk!

We doen boodschappen in de plaatselijk Spar, superklein maar we kunnen er vinden wat we nodig hebben.

Border Force

Zondagmiddag 20 juli komt er bij de steiger een bootje van de Border Force langs, met 4 mannen aan boord. Eerst liggen ze een beetje dreigend te kijken naar de aanwezige boten, vervolgens leggen ze aan en vragen 2 aan 2 of ze op de buitenlandse boten mogen komen, ter controle. In al die weken dat we al in Engeland zijn hebben we dit nog nooit meegemaakt. Ze willen onze visa zien, paspoorten en bootpapieren. Vervolgens vragen ze of er drugs, wapens of alcohol aan boord zijn. Verder waren ze erg vriendelijk hoor, omdat het zo hard woei hadden ze besloten in de beschutting van de rivier hun werk te doen.

River Fal en Truro

Vrijdag trekken we verder landinwaarts, ongeveer tot waar de rivier onbegaanbaar wordt. Er ligt een steiger middenin de rivier, prachtig tussen de beboste oevers. ’s avonds is het er heerlijk rustig. Met laag water vallen de zijkanten van de rivier droog en scharrelen er verschillende vogels rond op zoek naar een lekker maaltje.

’s middags gaan we met de kano’s naar de wal en wandelen we naar Truro, de provincie hoofdstad. Dit is een aardig plaatsje met smalle straatjes en een kathedraal.

Zaterdagmiddag wordt er weer meer wind verwacht en regen, we blijven op de boot en lezen wat.

Helford River

Woensdag 16 juli besluiten we verder te varen naar Helford River, in de baai bij Falmouth.

We hebben de wind in de rug, dan voelt hij veel minder hard dan wanneer hij van vóór of van opzij komt. Het eerste stuk, de baai van Penzance uit tot aan Lizard Point, het zuidelijkste puntje van Engeland, hebben we nog last van de grote golven uit de Oceaan. Zodra we echter de hoek omgaan is het water heel veel rustiger en glijden we zo door tot aan de rivier. Op de rivier liggen we weer aan een mooring boei.

Donderdag gaan we met onze kano’s naar de kant en maken een mooie wandeltocht door de bossen. Er zijn prachtige uitzichten op kleine strandjes en op de zee. We lopen tot aan Frenchman’s Creek, een kreek die beroemd is geworden door een boek van Daphne Du Maurier. Wij vinden die kreek niet echt mooi, met laag water is hij modderig met veel dode bomen erin.

In het gehucht waar de kano’s liggen doen we boodschappen in het mini dorpswinkeltje, als er 4 mensen in staan is het vol. We kopen een bak karamel ijs en eten ons toetje dus voordat we hebben bedacht wat we verder zullen eten.