- 2025
Het duurt niet lang meer, of dan gaan we beginnen aan onze reis in 2025. Binnenkort lezen jullie hier meer.
- 29 mei, eindelijk vertrokken
Na veel wikken en wegen hebben we besloten om ons rondje Engeland niet tegen de klok in te doen, maar via het Zuiden met de klok mee te starten. Het weer is te onbetrouwbaar om onze reis te starten met een tocht van 48 uur naar Whitby. Steeds wordt een dag met lichte wind afgewisseld met een paar dagen windkracht 5 a 6. En dat is niet fijn als je midden op zee zit. De reis zal dus gaan via Oostende en de Engelse zuidkust richting de Scilly-eilanden, en dan mogelijk omhoog tussen Engeland en Ierland door naar Schotland. Maar alles valt of staat met de wind deze zomer. We zullen zien waar we terecht komen.
Op Hemelvaartsdag vertrekken we naar IJmuiden. Het stuk tot Amsterdam gaat lekker op het zeil, het Noordzeekanaal doen we op de motor. De wind trekt in de loop van de middag aan, in IJmuiden leggen we aan met windkracht 6.
Vrijdag besluiten we niet uit te varen. We maken een lekkere wandeltocht over het strand en door de duinen.
De wind zal in de loop van de middag minder worden, zaterdag lijkt een goeie dag om richting Scheveningen te varen.
- Op naar het Zuiden…
Zaterdag is een goeie dag om naar Scheveningen te varen, met weinig wind (zoals een buurvrouw zei “dit is mijn wind!”) zeilend en op de motor over een gladde zee.
Zondag is weer een winderige dag, goed voor een strandwandeling langs alle kitesurfers.
Maandag zal de wind in de loop van de dag minder worden,een prima dag om verder te gaan. Om 06:00 uur vertrekken we naar Oostende, een tocht van 16 uur. Op het zeil en de motor komen we rond 22:00 uur aan bij de Mercator Marina. De sluis die toegang geeft tot de haven wordt na 20:00 uur niet meer bediend, we brengen de nacht door aan de wachtsteiger. Dinsdag om 08:00 uur is er weer een havenmeester/sluiswachter en kunnen we de haven in.
Wederom is het winderig, we verwachten hier misschien wel een hele week te liggen. Gelukkig hebben we de tijd aan onszelf, en Oostende is ook geen straf.
- Eindelijk…
Na een week in Oostende, wachtend op minder wind, varen we maandag eindelijk uit naar Duinkerke. Minder wind, maar nog wel pal tegen. Aan de zigzaglijn van onze route is dit duidelijk te zien.
Dinsdag blijven we in Duinkerke liggen. Peter haalt lekkere broodjes voor het ontbijt en later op de ochtend doen we boodschappen in de stad. We kopen een lekker stokbrood en ham voor de lunch, maar als we bij de boot terugkomen blijkt de helft van het stokbrood, dat boven de boodschappentas uitstak, te zijn afgebroken. Helaas, dat wordt op een stokje bijten!
Woensdag 11 juni neemt de wind verder af en komt hij uit het oosten. Perfect om naar Engeland over te steken. Met een matig windje en over een kalme zee steken we op zeil en motor over naar Dover.
We verlaten Duinkerke om 05:30 uur en zijn rond 13:00 uur aan de overkant.
- Langs de Engelse zuidkust
We besluiten donderdag gelijk door te varen naar Eastbourne. De beste vertrektijd vanwege de stroming is rond 14:30 uur. Dat wordt dus nachtwerk!
De zee is spiegelglad, er is geen zuchtje wind dus varen we het hele stuk op de motor. Stuurautomaat aan en gaan. Om 01:00 uur komen we aan bij de sluis die toegang biedt tot de haven, om 01:30 liggen we aan de steiger.
- Eastbourne en Brighton
In Eastbourne liggen we een paar dagen omdat we graag naar een optreden in de Bandstand willen, een fraaie muziektent op de boulevard. In deze muziektent worden elke zomer Tribute optredens verzorgd door artiesten die een bekende zanger immiteren.
Zo hebben we er jaren geleden een tribute voor Robbie Williams gezien, dat was een groot feest. Twee jaar geleden zijn we naar Elton John geweest, ook erg leuk. Alleen stormde het die avond, waardoor de artiesten bijna uit hun kleren woeien en de zanger tegen het einde zijn stem kwijt was.
Dit jaar was Phil Collins aan de beurt, daar hadden we hoge verwachtingen van. De zang was wel goed, maar er ontstond helaas geen feeststemming. Jammer!
Maandag 16 juni zijn we verder gevaren naar Brighton, een leuk tochtje langs de kust waarbij we zelfs het grootste deel konden zeilen.
Woensdag hebben we het Royal Pavilion bezocht, een erg mooi en rijk versierd gebouw.
- 18-21 juni: op de Solent
Vanuit Brighton varen we naar Chichester, een soort Waddengebied aan het begin van de Solent. We gaan daar voor anker. Er komt een havenboot langs om een bijdrage te vragen voor het verblijf in het gebied à 9,45 pond. Dit is niets vergeleken met de 30 à 50 euro die we in jachthavens betalen!
Over de Solent zeilen we naar Yarmouth, waar we twee nachten blijven. We maken er een prachtige wandeling van zo’n 24 kilometer naar de meest westelijke punt van het eiland Wight, waar we de Needles eens vanaf het land zien. Heen gaan we over de kliffen aan de noordkant, met uitzicht over de Solent en het vasteland. Terug lopen we via de zuidkant naar het dorpje Freshwater. Daarvandaan gaat onze route door een moerassig gebied terug naar de haven. Moe maar voldaan komen we aan bij de boot.
Zaterdag 21 juni is weer een goeie dag om verder te varen.
- Weymouth: 21 tot 25 juni
De tocht naar Weymouth gaat als een speer, met wind en stroming van achter halen we een gemiddelde van 5,8 knopen.
In Weymouth blijven we een aantal dagen. Het is een leuk en levendig stadje waar we al een aantal keer eerder hebben gelegen. Elke keer was er wel iets te doen: volksdans demonstraties, een markt met zanggroepen of dit jaar een optocht van oude legervoertuigen als eerbetoon aan de gevallenen. Later op de dag is er een taptoe met legerbands. Leuke sfeer en zonnig, maar koud door de harde wind.
Maandag gaan we weer aan de wandel, een stuk langs de kustlijn heen en door de velden terug. Weer staat er 21 kilometer op de teller.
Dinsdag regent het als we wakker worden. Echt een dag om te lezen en te schrijven.
- Bill of Portland
Van Weymouth gaan we zodra de wind het toelaat verder naar Brixham. De route voert langs Portland, een schiereiland waaromheen het water hard stroomt. Daar kun je vlak omheen varen, via de Inshore Passage, of je moet een heel eind omvaren omdat het gebied ertussenin erg woelig is. De eerste keer dat we hier waren, 7 jaar geleden, zijn we wel over dat woelige stuk gegaan, het was alsof je in de wasmachine zat.
De inshore passage kun je nemen als het weer niet al te heftig is en je boot niet al te groot. Bovendien moet je goed plannen hoe laat je vertrekt om op precies het goeie moment bij de punt van het schiereiland te zijn. Op dit punt ontmoeten de stroming vanuit de baai van Weymouth en de stroming uit de baai van Brixham elkaar, terwijl ze op verschillende momenten omdraaien. Ideaal is wanneer je het hele stuk stroom mee hebt.
Een groot deel van de route kunnen we zeilen, alleen op het laatste stukje moet de motor erbij.
We blijven 3 nachten in Brixham tot de wind weer luwt. Brixham is een leuk stadje met steile straatjes en een droogvallend vissershaventje. We doen de was en wandelen een klein stukje.
- Verder langs de kust
Zaterdag 28 juni zeilen we naar Salcombe. Onderweg wordt de wereld steeds kleiner, er komt mist opzetten. Vlak bij Salcombe klaart het even wat op, we zien de kust weer. Op de rivier is het helderder. We moeten stapelen aan een mooringboei, dit hebben we nog niet eerder meegemaakt.
Zondag hangt er nog steeds mist langs de kust, op het water is het zicht beter. Helaas zien we dus niks van de kust, die voor ons nieuw is. Zover naar het westen zijn we nog nooit geweest.
We zetten koers naar de rivier Yealm. Zowel bij Salcombe als bij Yealm moeten we over een drempel. We vertrekken dus vroeg, om 6:30 uur, en zijn om 10:30 uur op de Yealm. Deze rivier is prachtig, het lijkt of we zo “In de ban van de ring” binnenvaren.
De visitors-moorings zijn vrij, we kunnen dus snel en makkelijk aanleggen. Wanneer de havenmeester langskomt vraagt hij of we een privé boei willen van iemand die op vakantie is. Dan lopen we niet het risico dat er een andere boot langszij komt liggen.
- En steeds een stukje verder
Vanuit Yealm gaan we maandag verder naar Fowey (dit spreek je uit als Foy), ook een rivier. Onderweg wordt het weer mistig, maar we zien vaag de kustlijn.
Eenmaal binnen aan een boei zit het ineens potdicht. De dorpjes aan weerszijden van het riviertje zijn niet meer te zien, het ziet er mysterieus uit. Af en toe probeert de zon door te komen en zien we een glimp van een dorpje.
Dinsdagochtend is het prachtig weer en gaan we verder naar Falmouth. We leggen aan in een marina, waar we lekker kunnen douchen. Vlak bij de haven is een Lidl, waar we boodschappen kunnen doen.
Woensdag is een koude en winderige dag. We bekijken het stadje en Peter klust wat aan de accu’s.
- Motorpech!
Donderdag zeilen we naar Penzance. Het is heerlijk weer met een lekker windje. In eerste instantie houden we de motor aan om toch een beetje de vaart erin te houden, maar halverwege kan de motor uit en zeilen we verder naar het westen.
Bij aankomst in Penzance, om 20:00 uur, wil de motor niet starten. Op het zeil zoeken we een veilige plek om het anker te droppen. We halen het voorzeil weg om de vaart uit de boot te halen, gooien de kop in de wind en laten het anker zakken. Zodra het anker houdt laten we snel de zeilen zakken. Deze operatie ging perfect! Peter probeert de motor weer aan de praat te krijgen, hij lijkt geen diesel te krijgen. Ook na het vervangen van het brandstoffilter gebeurt er niks.
De haven ligt achter een poort, die 2 uur voor hoog water open gaat, en 1 uur na hoog water weer gesloten wordt. Om 22:00 uur is het zover. We roepen de haven op om om hulp te vragen. Er komt een havenbootje langszij dat ons naar binnen sleept. Ze willen er niks voor hebben, we hebben al genoeg pech vinden ze.
- Een paar dagen Penzance
Vrijdagochtend gaat Peter gelijk om 8:00 uur bellen met een reparatiebedrijf, maar die hebben geen tijd. Hij krijgt van hen een ander nummer dat hij kan proberen, ook geen tijd. Op het havenkantoor zijn ze erg behulpzaam, maar overal krijgen we nul op request. We lopen naar het eerste bedrijf waarnaar we hebben gebeld, de man doet zijn uiterste best voor ons, maar voor die dag gaat het niet lukken. Peter moet maandagochtend om 8:00 uur nog maar eens bellen, dan lukt het hem misschien.
Dat betekent dat we een paar dagen in Penzance blijven (wat we toch al van plan waren vanwege de voorspelde wind), maar ook dat we hier misschien nog wel langer moeten blijven. Ons plan was om dinsdag richting de Scillies te varen, we zien wel wat het wordt.
Het is hier prachtig. Het haventje is een soort oud vissershaventje, waar de boten aan een stenen kade liggen met lange lijnen om met eb en vloed te kunnen zakken en stijgen. Wij liggen naast een andere zeilboot zodat we daar niet op hoeven letten, als hij zakt zakken we gewoon mee. Bovendien zorgt de toegangspoort van de haven ervoor dat er in de haven weinig verandering is qua waterstand. Om de kade op te komen moet je een steile ladder beklimmen. Dat is iedere keer weer even slikken.
Vrijdag maken we een wandeling over het strand naar Saint Michaels Mount, een rotseilandje vlak bij de kust met een kasteel erop dat, zoals de naam al doet denken, lijkt op de Mont Saint Michel. Met laagwater kun je ernaartoe lopen over een dam, helaas is het nog hoogwater als wij er zijn. Voor de terugweg wandelen we over de heuvels en door de velden, het is weer een mooie wandeling.
Zaterdagochtend genieten we van een English Breakfast in een klein restaurantje naast de haven.
- Motorpech – opgelost
Zaterdag staan we op het punt een wandelingetje te gaan maken als de Engelse buurman vraagt wat er met de motor aan de hand is. Hij had van de havenmeester gehoord dat we pech hadden. Peter legt uit wat hij allemaal heeft geprobeerd en dat we maandag “misschien” een monteur kunnen krijgen. Buurman vraagt of hij misschien kan helpen, hij lijkt er verstand van te hebben. Zo’n twintig minuten later loopt de motor weer, er zat lucht in de leidingen.
Opgelucht gaan we het stadje verkennen, een aardig plaatsje met kleine steile straatjes. De winkels staan op het punt te gaan sluiten, er is dus nog maar weinig bedrijvigheid. In een park treed een locale band op. Buiten het hek staan veel mensen te luisteren, wij genieten ook van de muziek.
Zondag gaan we aan de wandel naar Mousehole, een prachtig klein droogvallend haventje. We gaan langs de kust heen en over de heuvels terug.
Maandag ruilen we van plaats met de buurman omdat wij dinsdag de haven willen verlaten en hij zijn boot een tijdje wil laten liggen en naar huis gaat met de trein. Er staat een stevige wind maar die zal in de loop van de nacht zakken.
- Hoe nu verder?
Nog steeds zitten we te dubben wat we zullen doen. Het ene moment lijkt het weer wel aardig te worden, het volgende moment wordt een week harde wind voorspeld. We hebben ons er al bij neergelegd dat we dit jaar de Scillies weer niet gaan halen en dat we woensdag wellicht terug gaan naar het oosten.
Eerst maar dinsdagmiddag naar buiten zodra de poort van de haven open gaat en voor anker bij Saint Michaels Mount. We houden onze weer-app angstvallig in de gaten. Als we woensdag verder willen moeten we om 8:00 uur weg, als we terug gaan hoeven we pas rond 10:30 uur het anker te lichten.
Woensdagochtend om 7:30 uur ziet Peter dat het weer is veranderd, er komen nog wel een paar dagen met wat hardere wind aan in het weekend, maar daarna wordt het prachtig weer.
Het anker lichten is nog wel een dingetje, er is geen beweging in te krijgen. Vooruit, achteruit, meer ketting, niks helpt. Peter trekt zijn duikpak aan en gaat het water in. Hij ziet dat de ketting om een stuk ijzer geslagen is, we liggen daardoor muurvast. Het lukt hem om de ketting los te krijgen, daarna is het zo gepiept. We zijn er echter wel anderhalf uur mee bezig geweest en vertrekken dus wat later dan gepland.
Er is geen wind, dus bijna het hele stuk gaat op de motor. Het laatste uurtje kunnen we zeilen. Dat maakt de boot wat stabieler, want ondanks dat er geen zuchtje wind stond in het begin waren er wel hele lange golven.
Rond 17:30 uur komen we aan bij St Mary’s, het grootste eiland. Vanwege de voorspelde hardere wind in het weekend besluiten we aan een mooring boei te gaan liggen in plaats van het anker te laten zakken in een mooie baai, en hier tot na de wind te blijven. Bij aankomst zijn er nog genoeg boeien vrij.
- 9 tot 13 juli: de Scillies
Zoals gezegd pakken we woensdag eind van de dag een boei op bij Hugh Town op het eiland St Mary’s. We hebben de boeien voor het uitzoeken – dat is donderdagavond wel anders, veel mensen die voor anker lagen in het gebied willen nu ook een boei vanwege de verwachte wind. Een groot aantal vist achter het net en moet alsnog voor anker naast de haven.
St Mary’s is het grootste eiland, een rondwandeling over de rotsen en strandjes is zo’n 15 kilometer. Donderdag pompen we de kano’s op, dit is de enige manier om aan de wal te komen, en gaan rondwandelen. We genieten van prachtige uitzichten op andere eilandjes en de mooie strandjes met wit zand en turquoise water. Tegen het eind komen we langs het vliegveld en over de landingsbaan. Er staat een stoplicht met een sirene voor als er een vliegtuig aankomt of vertrekt.
Een van de drijvers van een kano loopt langzaam leeg, dat is vervelend. Peter vindt en plakt een gaatje, maar dat lijkt niet alles te zijn want hij wordt nog steeds zacht.
Zaterdag is een dag met aardig wat wind, we lezen wat, kijken om ons heen naar de andere bootjes en bedenken wat we verder nog willen.
- Terug naar het vaste land
Zondagochtend moeten we besluiten wat we verder willen: 4 à 5 dagen blijven liggen met heftige wind, of terug naar het vaste land en daar de storm in de luwte van een haven afwachten.
We besluiten terug te gaan. Het waait al wel flink, maar met een zeeziektepil erin gaat het prima. Peter wordt wel wat bleek om zijn neus als hij naar binnen gaat om de lunch op te halen, dat heeft hij anders nooit.
We denken dat de haven van Newlyn misschien handiger is dan de naastliggende haven van Penzance, omdat je daar altijd in en uit kan varen. We melden ons aan en krijgen een plaats tegen een patrouilleboot voor de visserij en een aantal andere zeilboten aan. Het is niet zo’n leuk plekje en we besluiten maandagochtend door te varen naar Penzance.
De poort van Penzance gaat open rond hoogwater, deze maandag dus om 07:00 uur. Het havenkantoor van Newlyn is nog gesloten, we vertrekken zonder betalen. Om 8:00 uur ontbijten we op ons nieuwe plekje.
In Penzance is het druk, we liggen als 5e boot vanaf de kant. We hebben dus gelijk een portie gymnastiek gehad als we gaan inschrijven.
Zodra we ons hebben aangemeld in Penzance lopen we over de boulevard naar Newlyn. Het zit ons niet lekker dat we zonder betalen zijn vertrokken, we gaan naar het havenkantoor om dat alsnog te doen. De dame bij het havenkantoor vond het zo leuk dat we daarvoor terugkwamen dat ze ons het havengeld kwijtschold. Grote klasse!
Bij de havenwinkel kopen we een tubetje lijm voor de kano, maar bij thuiskomst kan Peter het lek niet vinden.
Bij de Lidl doen we boodschappen: een pecanbroodje voor bij de koffie, een pak wijn voor 18 pond (omgerekend 21 euro, bij ons kost datzelfde pak 10 euro) en een fles wiskey (bij gebrek aan Ierland en Schotland) voor Peter.
- Verwaaid
Dinsdag waait het fors, alle boten blijven liggen.
Wij wandelen weer naar Saint Michaels Mount, deze keer zorgen we ervoor dat we er rond laag water zijn. Het gaat lekker, we hebben de wind in de rug. Hele hordes mensen lopen over de dam naar het eiland, net als de pelgrims in vroeger tijden.
Op de terugweg lopen we over het strand en door het water. Nu hebben we de wind (kracht 5) tegen. Het is afzien.
- Helford River
Woensdag 16 juli besluiten we verder te varen naar Helford River, in de baai bij Falmouth.
We hebben de wind in de rug, dan voelt hij veel minder hard dan wanneer hij van vóór of van opzij komt. Het eerste stuk, de baai van Penzance uit tot aan Lizard Point, het zuidelijkste puntje van Engeland, hebben we nog last van de grote golven uit de Oceaan. Zodra we echter de hoek omgaan is het water heel veel rustiger en glijden we zo door tot aan de rivier. Op de rivier liggen we weer aan een mooring boei.
Donderdag gaan we met onze kano’s naar de kant en maken een mooie wandeltocht door de bossen. Er zijn prachtige uitzichten op kleine strandjes en op de zee. We lopen tot aan Frenchman’s Creek, een kreek die beroemd is geworden door een boek van Daphne Du Maurier. Wij vinden die kreek niet echt mooi, met laag water is hij modderig met veel dode bomen erin.
In het gehucht waar de kano’s liggen doen we boodschappen in het mini dorpswinkeltje, als er 4 mensen in staan is het vol. We kopen een bak karamel ijs en eten ons toetje dus voordat we hebben bedacht wat we verder zullen eten.
- River Fal en Truro
Vrijdag trekken we verder landinwaarts, ongeveer tot waar de rivier onbegaanbaar wordt. Er ligt een steiger middenin de rivier, prachtig tussen de beboste oevers. ’s avonds is het er heerlijk rustig. Met laag water vallen de zijkanten van de rivier droog en scharrelen er verschillende vogels rond op zoek naar een lekker maaltje.
’s middags gaan we met de kano’s naar de wal en wandelen we naar Truro, de provincie hoofdstad. Dit is een aardig plaatsje met smalle straatjes en een kathedraal.
Zaterdagmiddag wordt er weer meer wind verwacht en regen, we blijven op de boot en lezen wat.
- Border Force
Zondagmiddag 20 juli komt er bij de steiger een bootje van de Border Force langs, met 4 mannen aan boord. Eerst liggen ze een beetje dreigend te kijken naar de aanwezige boten, vervolgens leggen ze aan en vragen 2 aan 2 of ze op de buitenlandse boten mogen komen, ter controle. In al die weken dat we al in Engeland zijn hebben we dit nog nooit meegemaakt. Ze willen onze visa zien, paspoorten en bootpapieren. Vervolgens vragen ze of er drugs, wapens of alcohol aan boord zijn. Verder waren ze erg vriendelijk hoor, omdat het zo hard woei hadden ze besloten in de beschutting van de rivier hun werk te doen.
- Fowey in de herkansing
Nadat we 4 dagen aan de steiger op Truro River hebben gelegen, met regen en harde wind, varen we dinsdag 22 juli naar Fowey. Toen we hier op de heenweg waren zat het potdicht van de mist, nu is het heerlijk zonnig.
Je ligt hier prachtig op de rivier, met op beide oevers een dorpje met steile straatjes. Bij de Yachtclub kun je met je kano aanleggen en douchen, kosten 2 pond (2,29 euro) voor 2 minuten. Dat is dus even doorwerken wil je alles op tijd uitgespoeld hebben.
Na de douche gooien we de handdoeken in de kano’s en wandelen we door de steile smalle straatjes op en neer. We trakteren onszelf op een Cheese and Onion Pasty, een warm broodje kaas en ui. Heerlijk!
We doen boodschappen in de plaatselijk Spar, superklein maar we kunnen er vinden wat we nodig hebben.
- Nogmaals naar Yealm
Donderdag 24 juli gaan we weer naar Yealm, waar we op de heenweg maar 1 nachtje waren. Dit is ook een schittenrend riviertje, minder toeristisch dan Fowey, ook veel kleiner.
De eerste nacht liggen we aan een steiger. Met de kano’s gaan we naar de kant en wandelen we naar de COOP supermarkt. Deze zou in onze garage passen!
Vrijdagochtend komt er een boei vrij, we vragen of we daar mogen gaan liggen. Dit is geen probleem. Wij vinden dit fijner omdat het water dan minder klotst tegen de boot en er niemand tegen je aan komt liggen als het druk is.
We maken een schitterende wandeltocht over de klippen, met mooie uitzichten over de ingang van de rivier en de zee.
- Tijd om verder te trekken
Zaterdag 26 juli is het tijd om verder te trekken. We willen graag naar Frankrijk, in eerste instantie was ons plan om via de Kanaal Eilanden te gaan. Dit zou betekenen dat we 2 dagen van 16 uur zouden moeten varen, dus hele lange dagen.We besluiten om rechtstreeks te gaan, dus een dag en een nacht varen.
Voordat we vertrekken gaat Peter nog even onder de boot door omdat het wieltje voor het meten van de afstand niet meer draait. Hangend aan een touw en gewapend met een afwaskwast krijgt hij het voor elkaar.
Om 12:00 uur vertrekken we. Er staat wel meer wind dan verwacht, en er zijn vervelende golven. Tot 19:00 uur gaat het goed totdat ik de linzenschotel ga opwarmen. Deze komt er net zo snel weer uit als dat hij erin ging. 2 zeeziektepillen verdwijnen ook in de emmer, het enige dat helpt is platliggen. Dat betekent dat Peter de hele nacht alleen zit, petje af voor mijn kanjer! Om 8:25 uur op 27 juli varen we de haven van Roscoff binnen.
Na een heerlijke douche gaan we ondanks het slaapgebrek het stadje bekijken, croissants en chocoladebroodjes eten op een bankje en een paar boodschappen doen. We bekijken het stadje vluchtig, het lijkt erg leuk, maar maandag gaan we hier mee verder. Vandaag maar even rust houden
- Peter’s Beste Vriend
We besluiten van Roscoff nog één etape verder naar het westen te gaan, naar een plaats met de onmogelijke naam L’Aber Wrac’h (uitspraak Aber Wrak). Dit dorpje ligt aan een riviermonding, een Aber. Om er te komen moeten we door een smalle doorgang tussen de rotsen.
Om een en ander goed te plannen in verband met hoog en laag water en de stroming die ermee samenhangt besluit Peter zijn nieuwe Beste Vriend te raadplegen: Chat GPT. Het werkt als volgt: je vraagt wat het beste tijdstip is om te vertrekken ivm eb en vloed, op een bepaalde datum voor een bepaalde route. Na enig nadenken geeft Chat GPT een antwoord.
Het antwoord leek plausibel: vertrek om 07:00 uur vanuit Roscoff, dan komt het met de stroming wel goed. We besluiten het advies klakkeloos op te volgen. Met als gevolg dat we de hele weg tegenstroom hebben. En de wind werkt ook niet mee, die is ook tegen – maar daar kan Peter’s Beste Vriend niks aan doen!
In het vervolg berekenen we zelf wel onze vertrektijd.
- Een paar heerlijke dagen
In Aber Wrac’h liggen we van 29 juli tot 1 augustus en maken we 2 keer een heerlijke wandeling met schitterende uitzichten over de rotsen voor de kust.
Van broodbakken hebben ze hier echter geen kaas gegeten, dat is zo taai dat je je kunstgebit (als je dit had) uit je mond zou trekken. Zelfs bij de bakker is het niet beter.
Op de rivier zijn tal van zeilklasjes bezig, kinderen van 4 tot 12 jaar worden met rubberboten naar verschillende types zeilbootje gebracht. Daar oefenen ze dan een paar uur. Het is een feest om te zien.
- De rivier op
Na l’Aber Wrac’h varen we via een leuke ankerplek bij Île de Batz naar de baai van Morlaix. Daar gaan we een aantal kilometer de rivier op. Deze rivier valt bij eb bijna droog, we moeten met opkomend water naar binnen. Aan weerskanten van een smal geultje is het modderig, het is zaak om goed in het midden te blijven. Het is een mooi tochtje.
Bij Morlaix is een sluis die slechts 3 keer per dag bediend wordt: 1,5uur voor hoog water, met hoog water en 1 uur erna. En dat alleen als het licht is.
Morlaix is een prachtig stadje met oude vakwerkhuisjes, een hoge spoorbrug met halverwege een wandelpad die de stad domineert en hele steile straatjes. Dagen later voelen we onze kuiten nog steeds.
- En weer naar zee
We verlaten Morlaix op maandag 4 augustus met opkomend water en zeilen naar Trébeurden.
Dit is een klein dorpje met prachtige uitzichten over de baai. Deze is bezaaid met rotsen, die soms wel en soms niet boven water uitsteken.
Dinsdagavond trakteren we onszelf op mosselen met een crêpe toe. Ze waren heel klein, maar ook heel lekker!
Woensdag verlaten we Trébeurden en varen we verder naar het oosten. We gaan voor anker bij Les Sept Îles, een onbewoonde eilandengroep. Het water is super helder, maar ook erg woelig. We liggen de hele nacht te schudden. Peter gaat nog een rondje om de boot zwemmen en maakt de onderkant schoon voor zover hij erbij kan.
Donderdag zeilen we rustig naar Tréguier, weer een stadje aan een rivier. Het stadje is oud, met een mooie kathedraal, wat vakwerkhuisjes en vooral veel grote natuurstenen huizen. Het komt echter wel een beetje ingedut over, er is weinig te beleven. Wel is er een grote Super U, waar we een geroosterde kip kopen voor het avondeten.
- Guernsey
Zaterdag 9 augustus vertrekken we vroeg uit Tréguier en zetten we koers naar Guernsey. Het is een rustig tochtje totdat we tussen de eilanden Sark, Herm en Guernsey in zitten, daar raast de wind tussendoor. Gelukkig zijn we er dan bijna.
We leggen aan in St Peter Port, de hoofdstad van het eiland. De boten liggen er gestapeld, we zien een boot die precies hetzelfde is als die van ons. Daar gaan we dan ook gezellig naast liggen. Wat een toeval!
Het is in de haven een komen en gaan van schepen, je ligt er bepaald niet rustig. Onze buren willen zondag om 9:00 uur vertrekken naar een haventje in het noorden van Guernsey. Wij besluiten hetzelfde te doen.
Beaucette Marina is een heel klein haventje, aangelegd in een voormalige steengroeve waarin ze een opening naar zee hebben gemaakt. Deze ingang is slechts 8 meter breed, en alleen te bevaren tussen een aantal uur voor en na hoog water. Daarna valt hij nagenoeg droog.
Je ligt hier schitterend in een ronde havenkom, tussen hoge granieten wanden. Het is er heerlijk rustig.
Zondagmiddag wandelen we een stuk langs de noordkant van het eiland.
Maandag nemen we een dagkaart voor de bus waarmee we het eiland rondrijden. De bushaltes worden veelal aangegeven door het woord BUS op de weg. Daar ga je gewoon staan wachten. De bussen rijden niet erg frequent,1 keer per uur is er een bus die een route rondom het eiland rijdt, verder zijn er nog buslijnen kriskras.
We wandelen langs de kliffen aan de zuidwestkant van het eiland, later ook langs de zuidoostkant. Hiervandaan heb je prachtige uitzichten op mooie baaitjes.
Op de terugweg stappen we bij St Peter Port uit bij een van de weinige supermarkten om onze boodschappen te doen en nemen vervolgens de volgende bus naar de haven.
Dinsdag doen we lekker helemaal niks, we genieten van de rust in de haven en lezen wat.
- Naar Normandië
Woensdag 13 augustus gaan we, zodra er 2 meter water in de ingang van de haven staat, om 7:15 uur op weg naar Cherbourg.
Er staat haast geen wind dus gaat alles op de motor. Het water rondom Cap de la Hague stroomt zo hard dat we op een gegeven moment ruim 13 knopen snelheid op de teller zien, terwijl onze boot uit zichzelf maximaal zo’n 7 knopen haalt.
Donderdag gaan we om 8:00 uur verder naar Saint Vaast. Hier zijn we al een paar keer eerder geweest, de haven wordt afgesloten met een poort die een paar uur rondom hoog water open staat. We besluiten om er deze keer voor anker te gaan, omdat we anders de volgende ochtend al voor 5:30 uur de haven uit moeten als we verder willen.
We varen vrijdag 15 augustus naar Ouistreham/Caen, waar we een aantal dagen zullen blijven omdat er oostenwind wordt voorspeld, precies uit de richting waar wij naartoe willen.
- Weekje stad en strand
Vrijdag 15 augustus varen we naar Ouistreham, waar we op een opening van de sluis moeten wachten voor we het kanaal van Caen naar zee kunnen opvaren. Aan de zee-kant van de sluis is het water erg woelig, daarna is het lekker rustig. We leggen aan in Ouistreham. Het is Maria Hemelvaart, een echte feestdag in Frankrijk. ’s avonds is er vuurwerk vlak naast de haven.
Zaterdag gaan we het kanaal op om naar Caen te varen. Over het kanaal liggen 3 bruggen die om de beurt open gaan. Er zijn 3 starttijden, als je de eerste brug hebt gehad gaan de andere 2 open als je rustig komt aanvaren. Een soort “Groene Golf” van verkeerslichten, maar dan op het water. Peter maakt de havenmeester wijs dat dat bij ons een “Blauwe Golf” heet.
In Caen is het op zondag markt op een groot plein langs de haven. Het is een drukte van jewelste, erg gezellig. Bij sommige groentenstallen en geroosterde kippenboeren staan de mensen in lange rijen, netjes te wachten tot ze aan de beurt zijn. Bij anderen ben je zo aan de beurt.
Maandag wandelen we door de stad via het kasteel en langs tal van kerken. De stad heeft tijdens de 2e Wereldoorlog veel te lijden gehad, zo’n 75% van de stad werd verwoest. Veel van de kerken en torens zijn fraai herbouwd, van een enkele staan alleen nog wat restanten overeind. Al met al is het een stad die de moeite waard is.
Dinsdag varen we terug naar Ouistreham, waar we een plek in een box vragen zodat we geen stampende buren over onze boot heen krijgen. We liggen er 3 dagen.
We halen onze fietsen van stal, dat maakt de afstanden een stuk korter. We gaan naar het strand waar Peter heerlijk de golven in duikt.
Ook bezoeken we het Musée du Mur de l’Atlantique, ingericht in een bunker. Deze bunker staat middenin het dorp, vermomd als een woonhuis. Het is weer indrukwekkend om te zien wat er allemaal bij de Slag om Normandië kwam kijken.
- Nieuwe ontdekking
Via Fécamp en Dieppe varen we naar Le Tréport. Fécamp en Dieppe kennen we al van eerdere vakanties, we gebruiken deze havens alleen als overnachtingsplek. Het is er druk met Nederlanders en Belgen die op de terugweg zijn naar huis.
Wij willen eerst nog naar Le Tréport, een haventje waarvan de ingang droogvalt bij laag water. Je moet het vertrek vanuit Dieppe dus goed plannen. Het is zo’n 3 uur varen, dus dat is geen probleem.
Le Tréport is een schitterend dorpje onderaan de kliffen. Het haventje heeft maar plek voor 6 passanten, je komt er binnen door een piepklein sluisje. Kortom, weer een hele belevenis.
In het dorp is een funiculaire, een kabelbaan met 4 kabines die je gratis bovenop de klif brengt. Er is een prachtig uitzicht op het dorp en op de baai. In tegenstelling tot veel andere dagen is het nu eens een keer helder, we kunnen tot aan Boulogne kijken.
Omlaag gaan we over een lange trap die door steile straatjes terugvoert naar zee-niveau. Jammer genoeg gaat deze trap niet langs de kerk die halverwege de klif is gebouwd, dus nemen we een volgende trap weer omhoog. Het is allemaal zeer de moeite waard.
- Grote stappen, snel thuis?
In Le Tréport gaan we zondagavond lekker uit eten en bedenken we hoe we nu verder willen. Eigenlijk zijn we een beetje vakantie moe. We besluiten geen nieuwe havens meer te zoeken, maar in grote stappen terug naar Nederland te varen.
Maandag 25 augustus kunnen we rond 11:00 uur vertrekken, dan staat er genoeg water in de geul naar zee.
Via Boulogne en Duinkerke varen we naar Oostende. Daar liggen we wederom 2 dagen te wachten op iets minder wind.
Zaterdag 30 augustus gaan we naar Vlissingen waar we, zoals elke keer dat we terug naar huis gaan, aanleggen in de Michiel de Ruyterhaven. Bij Brasserie Evertsen nemen we een late maaltijd.
Zondag gaan we vroeg op weg naar Scheveningen, we willen met stroom mee de Maasvlakte bij Rotterdam oversteken. Er zijn af en toe hoge golven, tijdens het heen en weer schudden gaat er ineens een alarm af bij de motor: de oliedruk is te laag. Al varende vult Peter de olie bij, het gepiep houdt op.
Maandag vertrekken we weer bijtijds uit Scheveningen en varen we in één ruk door naar Lelystad, een tocht van 12 uur. We zijn voorbij Amsterdam net op tijd voor de brugopening van de Schellingwouderbrug van 16:00 uur. Tussen 16:00 en 18:00 uur gaat de brug niet open ivm de avondspits, dat zou een oponthoud van 2 uur betekenen.
Onderweg naar Lelystad kunnen de zeilen weer gehesen, om 20:00 uur zijn we in onze thuishaven terug, na een prachtige reis van precies 3 maanden en 3 dagen.


Schermafdruk 2025-05-22 15.39.42
Schermafdruk 2025-05-22 15.39.42