We staan om 6:00 uur op, pleziervaartuigen mogen zodra de zon opkomt door de sluis en het kanaal op. Er liggen al een paar jachten te wachten, als zij erin mogen willen we ook aansluiten. We zijn echter net te laat, de sluiswachter gooit de lichten op rood als we komen aanvaren. Maar even wachten op de volgende schutting dus. We mogen aansluiten achter een paar grote zeeschepen, tegelijk met nog een aantal zeilboten. Het van de boot afspringen gaat moeizaam, de vlonders met rubber matten liggen erg laag.
Na het schutten begint de lange tocht naar Brunsbüttel, 100 kilometer op de motor, we zullen er rond 19:00 uur aankomen. Het is op het kanaal een stuk drukker dan op de heenweg. We moeten zelfs nog even wachten bij een uitwijkplaats voor een groot schip met windmolen wieken. Het kanaal is lang maar het lijkt alsof je door een groot bos vaart, met af en toe zeer hoge bruggen.
In Brunsbüttel leggen we aan in het piepkleine haventje direct naast de sluis. Het is een imposant gezicht om de enorme zeeschepen zo langs de haven te zien schuiven op weg naar de sluis.