We moeten op tijd op pad om de stroom naar Cuxhaven mee te pakken. Rond 8:30 uur zou ideaal zijn, maar aangezien onze buren al om 8:00 uur weg willen gaan we met hen mee de sluis door. De pleziervaart wordt apart geschut in de “kleine” sluis, die echter nog behoorlijk groot is. We kunnen in alle rust vastleggen, de schutting duurt behoorlijk lang. Wanneer we de sluis uit komen loopt de stroming al de goeie kant op. Op het voorzeil worden we zo naar Cuxhaven geblazen.
In april hoorden we op Helgoland van een Nederlander dat hij speciaal naar Cuxhaven ging om een schnitzel te eten in het havenrestaurant, “zo groot dat hij nauwelijks op je bord past”! Dat willen wij natuurlijk ook, dus een tafel gereserveerd in het restaurant. We bestellen de beroemde schnitzel, met als voorafje bruschetta met garnalen en zalm. We moeten lang wachten op ons eten, en tot onze verbazing komen ze het voorgerecht en het hoofdgerecht tegelijk brengen. Dit is niet wat we willen, we laten het voorgerecht weer weghalen. De schnitzel is ook niet wat we ervan hadden verwacht, twee stukjes vlees kleiner dan je handpalm per bord. Bovendien is het eten niet warm. We zijn zo beduusd dat we daar niks van hebben gezegd stom genoeg. Gelukkig staat het voorgerecht niet op de rekening, en ze bieden ons een nagerecht of nog een drankje aan van het huis. Daar hebben we geen zin in, we gaan onze frustratie wel wegdrinken op de boot..
De volgende dag blijven we in Cuxhaven, het waait voor ons te hard om te vertrekken. We wandelen langs de pier waar we een mooi uitzicht hebben op de Elbe. Er staat een fraaie oude semafoor waarop je de windrichting en –kracht ziet op Borkum en Helgoland.