Op het eiland Fejø leggen we aan in de kleine haven van Dybvig. De helft van de haven is afgezet met rood-wit gestreept lint. We krijgen van een behulpzame buurman te horen dat morgen de koningin op bezoek komt, er is opwinding alom. Iedereen versiert zijn boot met vlaggetjes.
Fejø is een echt appel-eiland. In de loop van de middag gaan we op zoek naar de cideri, een eindje lopen vanaf de haven. Onderweg komen we een man tegen die appels plukt, dit blijkt de eigenaar van de cideri te zijn. Hij vertelt ons echter dat ze gesloten zijn, ze zijn alleen tijdens de 7 weken zomervakantie open. Hij biedt aan zijn vrouw te bellen om te vragen of ze ons wil helpen. Dit is geen probleem, ze zijn erg vriendelijk. Alleen is de winkel al ontmanteld en de pinautomaat werkt niet meer. We mogen wel met euro’s betalen als we geen kronen hebben. Met en fles cider en een fles appelazijn, samen 20 euro, gaan we terug naar de boot. Duur flesje!
We besluiten te blijven totdat de koningin weer weg gaat. Ook wij hangen onze vlaggetjes in de mast. Rond 11:30 uur komt de koningin. Het hele dorp is uitgelopen, wel zo’n 50 mensen! Iedereen krijgt een papieren vlaggetje in de hand om te zwaaien. De koningin, een slanke dame van rond de 80, lijkt erg streng. Als de toespraken beginnen gaan wij lunchen, en zodra het gezelschap op de veerpont is gestapt gooien wij ook los en vertrekken we naar Omø, waar we om 20:00 uur aankomen.